Als scherven spreken
Mevr. Dr Kune Biezeveld, hoogleraar dogmatiek en vrouwenstudies te Leiden, is in september 2008 overleden, in de leeftijd van 60 jaar. Zij heeft dit boek niet kunnen voltooien. Een bevriende collega heeft het laatste hoofdstuk geredigeerd.
Een boek kan behalve een titel ook een ondertitel hebben. De titel
van het te bespreken boek staat boven deze bespreking. De ondertitel
is: Over God in het leven van alledag.
Een ondertitel verduidelijkt de titel. Maar hier roept hij eerder
de vraag op waarover dit boek eigenlijk gaat.
Bij het woord ‘scherven’ denkt Kune Biezeveld aan twee verschillende dingen: vondsten die door archeologische opgravingen worden gedaan, en de overblijfselen van het kapot slaan van beelden. Zij laat zien waar de verwantschap tussen beide ligt: in het resultaat van godsdienstig verzet, profetische zuivering van wat ongewenst verklaard is.
Het leven van alledag is niet altijd serieus genomen door profeten,
priesters en schriftgeleerden. Maar de scherven spreken. Wat kapot
gemaakt is, spreekt nog steeds.
Kune Biezeveld maakt het concreet op verrassende manier. Zij bespreekt
de opgravingen van vrouwenbeeldjes in de bodem van Israël en
van de omliggende landen. Het zijn vruchtbaarheidsymbolen. Generaties
hoorders en uitleggers van de Bijbel zijn opgegroeid met het idee
dat zulke beeldjes uitingen van het heidendom zijn. Vooral de heftige
weerstand van Israëls profeten heeft dit ingegeven. Maar wat
is heidendom?
Heidendom wordt door een invloedrijke groep protestantse theologen
gezien als al wat mensen van nature doen en weten. Het heil daarentegen
is een nieuw begin van Godswege. Het is wat anders dan wat mensen
willen in hun worsteling aangaande voedsel, liefde, verlies, ziekte
en al wat hen bindt aan het natuurlijke.
Kune Biezeveld vindt dat het leven van alledag te vaak gezet is tegenover
‘het heil.’ Dat doet de levenservaringen en de relaties
van mensen tekort.
De godsdienst van Israël zou afscheid genomen hebben van de
directe verbinding tussen de natuur en de goden. Vruchtbaarheid op
het land en in het gezin zou zijn teruggewezen. Bevrijding uit slavernij
als hoofdpunt in een geschiedenis van heil, dat zou in het middelpunt
van Israëls godsdienst staan.
Kune Biezeveld vindt dat hier een zinloze tegenstelling wordt gecreëerd.
Zij vraagt aandacht voor resultaten van opgravingen: beeldjes van
godinnen en de namen Anat en Asjera, beide van de partner van de Heer
van Israël. Zij trekt in twijfel dat het hier om vruchtbaarheidsgodinnen
gaat. Er zijn resultaten van recent onderzoek naar de godsdiensten
van Kanaänieten en Israelieten ten tijde van Israëls eerste
koningen. Vruchtbaarheid en sexualiteit waren belangrijk, maar de
stelling dat orgieën en sacrale prostitutie deze godsdiensten
kenmerkten, is onjuist.
Het verzet tegen deze antiek-oosterse godsdienst is zover doorgeschoten,
dat elke verbinding van Israëls God met de natuurlijke werkelijkheid
door de filter van dit verzet gehaald werd. Kune Biezeveld vindt dat
dit Gods kenbaarheid te kort doet. Er is geloof mogelijk dat zowel
recht doet aan het geheimenis maar ook gevoed wordt door zintuiglijke
waarneming.
Voor mij heeft dit boek veel betekend. Het is een correctie op de vele aandacht die ik heb voor Israëls heilsgeschiedenis en de kerkelijke verwachting van het Rijk Gods. Dit zijn geen verkeerde zaken, maar ze mogen niet concurreren met de gewone levensvragen, de behoeften van alledag, menselijke vreugde en verdriet.
W. Baan
Kune Biezeveld: Als scherven spreken
Uitg. Meinema, 138 pp., € 14,90