... to disturb the confortable
Kort geleden las ik in de krant iets over de campagne van George
Bush voor zijn herverkiezing als president. Dat nieuwtje stemde mij
niet vrolijk. Mijn gedachten gingen daarna terug naar een essay van
Thomas von der Dunk in "Vrij Nederland" van 8 januari 2005.
Eerst de titel. Je hoort deze zin de laatste tijd zo vaak. Dit is
geen smeken of bidden, zoals wij in een gebed zouden doen. Deze versregel
betekent: "Dat God Amerika zegene". Het is hier aanvoegende
wijs. De grammaticale vorm geeft aan dat het om een aansporing, een
aanmoediging gaat. Amerikanen geven God als het ware een opdracht.
Dat is een grote accentverschuiving ten opzichte van ons protestantse
denken hier. En het klinkt aanmatigend.
Maar terug naar George W.Bush. Er is uitgelekt dat in de campagnestrategie
diverse malen is besproken of Bush duidelijk zijn geloof moest "uitventen"
om punten te scoren, of dat hij het op bepaalde ogenblikken beter
kon verbergen om schade te beperken. Ik geloof het nieuws graag. Maar
het gaat mij wel te ver. Als ik nu president Bush met een eeuwige
brede glimlach door Europa zie toeren, heb ik daar zo mijn gedachten
over.
Hoe past Thomas von der Dunk in dit verhaal? Hij beschrijft de opkomst
van een nieuw herboren Amerika. Hij bedoelt dat de conservatieve Republikeinse
gedachten op allerlei terreinen merkbaar zijn en dat de democratisch
idealen van de Amerikaanse Vrijheidsstrijd verdongen worden. Daarbij
noemt hij ook de herboren christenen in Amerika, de mensen die zich
tot de meer fundamentalistische protestantse groeperingen bekeren.
Von der Dunk schreef: "In de campagne voor de presidentsverkiezingen
was het alles God wat de klok sloeg, om de herboren christenen maar
te kunnen paaien". Het bovenstaande berichtje geeft hem alsnog
gelijk. De christelijke fundamentalisten (anti-abortus, anti-homo)
willen de anderen, de niet-bekeerden hun wil opleggen. Want zij hebben
met God en de bijbel het recht en het gelijk aan hun kant. Het is
hun opdracht dit alles uit te dragen. Veel Amerikanen worden door
deze groeiende stroming gegrepen.
Vervolgens maakt Von der Dunk een voor ons aardige vergelijking. Hij
ziet overeenkomsten tussen Amerikaanse fundamentalisten met hun niet
aflatende zendingsdrang en de zestiende eeuwse calvinisten in ons
land. Von der Dunk is ronduit pessimistisch. Hij voorziet dat Amerika
verandert in een soort christelijk Iran, maar dan zonder hoofddoekjes
of sluier. Dat kan gebeuren omdat streng orthodoxe groepen via de
politiek hun macht kunnen doordrukken. De kerk is daar echter niet
voor bedoeld. De Engelsen zeggen in zo'n geval: kerk en politiek zijn
"uneasy bedfellows". Keurig vertaald: ze passen niet bij
elkaar. In de "Nieuwsbrief" van St Clement Parish Church,juli
2003 vond ik een spreuk om over na te denken. St Clement is een schitterend
gelegen gehuchtje ten zuiden van Truro, in Cornwall, Engeland. Die
spreuk luidt:
The Church exists not only to comfort the disturbed
but to disturb the comfortable.
De kerk bestaat niet alleen om degenen die in hun rechten zijn aangetast te troosten, maar om de mensen in goeden doen, die een zorgloos leven leiden, wakker te schudden.
Dat lijkt mij een goed motto. Maar of de Amerikaanse fundamentalisten dit accepteren is nog maar de vraag. De spreuk moedigt ons aan om een tegenstem te laten horen. Met deze vermaning heb ik dat gedaan.
W.F. Boon, Sliedrecht