2004


ADVENTS- EN KERSTGEBRUIKEN

In het Kerkblad’ van de Evangelisch-Lutherse Gemeente Dordrecht van december 2003 stond een aardig stukje van dominee W. Baan. Het ging over het verzet van diverse landskerken in Duitsland, bijv. in Hannover, Beieren, Baden-Würtemberg, tegen de te ver doorgevoerde commercie in de adventstijd. De verkoopmanie (in de tuincentra bijvoorbeeld) belemmert de geestelijke voorbereiding op Kerstmis zoals men die vroeger kende en naleefde. In Berlijn, Brandenburg heet deze actie zelfs ‘Red de Advent’.

Vooral het zinnetje: ‘de vroege kersstemming belemmert de geestelijke voorbereiding op Kerstmis’ trof mij. Daar wringt de schoen. Maar waarom?
Je moet dan wel iets weten van de huidige kerstgebruiken, die op Engeland en Amerika gericht zijn. Zij dringen steeds meer onze cultuur binnen. Maar ook van de advents- en kerstgebruiken in vroeger dagen in Duitsland, de omringende landen en hier bij ons. Een Duitse predikant legde dat enige jaren geleden op de Britse (BBC) tv in een serie over advent uit. In de Germaanse taalgebieden is advent een periode van ingetogen wachten, verlangen naar het Kerstkind. De natuur verstilt op het land wordt niet meer gewerkt, er breekt een rustperiode aan. Dan is er tijd om je op Kerstmis te bezinnen. Maar de Engelse adventstijd is er een van drukte, plezier. Plezier en het feest staan voorop. ‘Merry Christmas’ zeggen de kaarten. ‘Merry’ betekent vrolijk, opgewekt, joviaal. Mijn grote Oxford Dictionary zegt: cheerful and lively - opgewekt en levenslustig, levendig.
Het Duitse ‘froh’ heeft als vertaling: blij, levenslustig.
Men zegt wel eens dat de taal de spiegel van de ziel is. Daar leg je je innerlijk mee bloot. In de beide uitdrukkingen voor ‘Vrolijk Kerstfeest’ of ‘Prettige Kerstdagen’ vinden we die gedachte terug in de woordenschat.
In mijn Duitse woordenboek van Wahrig staat het nog mooier. Hij heeft voor ‘froh’ de omschrijving ‘von Freude erfüllt, Freude bereitend.’ Ik vertaal hier liever niet, er gaat dan zeggenskracht verloren. Dat is het risico van vertalen. Het kalme verlangen en uitzien naar de komst van Christus vinden we in veel adventsgebruiken terug: de adventskrans die wij ook kennen, de vele adventsliederen die in de open lucht gezongen worden. Dat kunt u nog zien op de Duitse tv, op zondagavond, zo rond 6,7 uur. Dus niet op prime time. Op 24 december was er 's middags altijd een programma ‘Wij wachten op het Kerstkind’, met liederen, sfeerbeelden, enz. Daar keken we veel naar. Het is er niet meer. Dat is een teken aan de wand.
In het Salzburgerland gaan in de dagen voor Kerstmis de ‘Perchten’ door het dorp. Dat zijn jonge mannen, gehuld in dierenhuiden, afzichtelijke houten duivelsmaskers voor hun gezichten, en niet te vergeten: bellen en een bezem. Zij trekken met veel herrie door het dorp en verjagen zo de kwade geesten. Verder zijn er bijvoorbeeld het Sint Thomas luiden in Friesland en het midwinterhoornblazen in Twente? De kwade geesten moeten met Kerstmis verdwenen zijn.
Zo is het dorp rein om het Christuskind te ontvangen. ‘Hoe zal ik u ontvangen; hoe wilt gij zijn ontmoet...’ Wij wachtten ook toen al in stille verwondering en verlangen af.
Maar hoe anders gaat het toe in Engeland en Amerika, vooral bij het onkerkelijke bevolkingsdeel. Veel glitter en overdadige versiering. Daar zult u wel eens iets van op tv hebben gezien in series. Maar dan krijgen we ook nog de Christmas party van je kantoor, het bedrijf waar je werkt. Daar draait het om teveel alcohol en teveel amoureuze opdringerigheid en flirtpartijtjes. Dan komen de feestgangers met een dubbele kater thuis, gevolgd door onenigheid met je partner. En zo moet het Kerstfeest nog beginnen.
Om die redenen waarschuwt men in Duitsland tegen de opdringende angelsaksische cultuur. Als liefhebber van Engeland heb ik er niets op tegen. Maar dan wel op de plek waar het hoort: in het Verenigd Koninkrijk en niet hier. Daarom ben ik in die tijd rondom Kerstmis het liefste thuis.
Ik wens u en allen die u dierbaar zijn ‘Ein frohes Weihnachts-fest’ en ‘Prosit Neujahr’.

W.F. Boon, Sliedrecht



                  

twee colums

RENT-A-PRIEST of DOMINEE OP DE SCHNABBELTOER

Een dominee huren? Zo'n dubbele titel als hierboven wordt vaak gebruikt voor een klucht in het theater, of voor een luchtig verhaaltje. Het onderwerp voor dit stukje werd mij aangereikt door NRC Handelsblad van 26 oktober 2006. Aanvankelijk kwam het ook als een klucht op mij over. Maar bij nader inzien was het toch niet zo'n vreemd idee. De subkop luidde: ‘Dominees leveren betaalde diensten in schemergebied tussen kerk en samenleving’. Waar gaat het over?

Zeven Haagse predikanten ( allen in PKNverband ) zijn tegen betaling van onkosten voor niet-gemeenteleden te ‘huren’ om huwelijken, uitvaarten te begeleiden of met iemand een pastoraal gesprek te voeren. Zij kregen wel eens een verzoek in die richting van onbekenden. Zo kwamen ze na rijp beraad tot hun aanbiedingen. Uit onderzoeken blijkt dat het aantal kerkelijke lidmaten afneemt, evenals het aantal mensen dat aangeeft wel eens naar een kerk te gaan. Maar de religieuze gevoelens bij velen nemen niet af. Het lijkt er op dat ze toenemen. En men wil toch wel graag verdieping bij kernmomenten in een mensenleven, zoals bij geboorte, huwelijk, overlijden. Hoe moet dat worden opgelost, wie moet dat begeleiden? Zeker als je zelf niet meer tot een kerkgenootschap behoort.

De Haagse predikanten zijn beschikbaar. Om u een idee te geven: een pastoraal gesprek kost € 35, een uitvaartdienst met voor- en nagesprek vergt € 400. Overigens, dat geld is niet voor de dominee. Hij verstuurt de rekening en het kerkelijk bureau zorgt voor de inning en eventuele aanmaningen. Dat probleem krijg je als je de commercie toelaat. Mijn titel: dominee op de schnabbel-toer is dus niet correct, maar wel pakkend. En daar gaat het mij om. Aanvankelijk vond ik het een raar systeem. Maar er zit ook een PR tintje aan: kerkverlaters en hun familie, vrienden en kennissen worden daardoor met religie en kerkgenootschappen geconfronteerd. Alleen de dominee krijgt er weer een taak bij: afgedwaalden terugbrengen. Alsof hij voor zijn eigen boterham moet vechten.

Overigens is de gedachte niet nieuw. In 'Vrij Nederland' van 19 april 2003 wordt een huwelijksceremonie op Kasteel Hoekelum in Bennekom (een trouwlocatie van de gemeente Ede) beschreven. Deze werd geleid door de uitgetreden RK pastor Wil Koolhof die als free-lance pastor 'rouwtjes en trouwtjes' doet. Zo zei men dat vroeger in de RK kerk.
Het bruidspaar uit het voorbeeld had een Nederlands Hervormde achtergrond. Ze deden er niets aan, maar wilden toch iets meer dan een half uurtje met de ambtenaar van de burgerlijke stand, Die 'huwelijksinzegening' vond in het bos plaats. De pastor vertelde een Noorse mythe. Het echtpaar moest een touw ontrafelen, ieder hield een streng vast en daarna moesten de beide ouderparen ook een streng aanpakken. Zo waren ze verbonden.
Dat touw doet mij sterk denken aan een drievoudig snoer dat niet verbroken wordt. Voor het bruidspaar sluipt ongemerkt via de achterdeur het bijbelboek Prediker, en wel 4:12 hun huwelijksceremonie binnen. Tot twee keer toe hebben mijn vrouw en ik dat als tekstwoord bij een huwelijksinzegening meegemaakt. De laatste keer in Sankt Coloman, in Beieren. Mijnheer pastoor stond daadwerkelijk met een halsketting van drie strengen in zijn handen te friemelen, wij waren niets vermoedend in een huwelijksvoltrekking beland. Dit drievoudige snoer werd hier in een kerkelijke setting gebruikt. Dat is in het voorbeeld van Kasteel Hoekelum niet het geval. Om die reden vind ik de term 'kerkelijk schemergebied' zo toepasselijk.

De doopsgezinde predikant Henk Leegte uit Amsterdam (inderdaad, die van het huwelijk van Prins Pieter Christiaan en Anita van Eijk) krijgt nogal eens het verzoek om huwelijken in te zegenen. In 'Vrij Nederland' van 4 november 2006 zegt hij: 'Het paar hoeft geen lid van de doopsgezinde gemeente te zijn. Als er niet over God gesproken mag worden, doe ik het niet. Huur dan maar een schoorsteenveger, die heeft ook een zwart pak'.
Hij zou raar opkijken als een van de aanstaande echtelieden van Duitse origine is en dan tegen Leegte zegt: 'Die is al besteld'. Bij een Duitse trouwerij is volgens oud gebruik vaak een schoorsteenveger aanwezig. Hem aanraken, beter nog, hem een hand geven, brengt geluk voor het bruidspaar en de gasten. Mijn vader heeft het jaren geleden als kerkenraadslid van de Evangelisch Lutherse Gemeente Zaandam meegemaakt. Het kwam met foto en al in de plaatselijke dagbladen. (vervolg: zie hieronder)

W.F. Boon


EEN DOMINEE HUREN - VERVOLG

In mijn vorige stukje schreef ik over de Haagse predikanten die iedereen, ook al is men niet kerkelijk gebonden, voor het verzorgen van rouw- en trouwdiensten kan vragen, of zo u wilt : inhuren, Ik heb de mogelijkheid geschetst. Nu wil ik graag een paar kanttekeningen plaatsen. Zijn er zaken die de Haagse pastores niet willen doen?
Ja. Dat is de doop. Terecht zegt een van hen in datzelfde artikel in NRC Handelsblad: "Fundamenteel voor de doop is dat een kind in de gemeenschap van de kerk wordt opgenomen. Ook al vergroot de geboorte van een kind bij de ouders vaak het religieus bewustzijn!" Daar ben ik het volkomen mee eens. Hoe kan ik als gemeentelid de ouders beloven hen bij te staan? Ik ken ze niet en zie ze waarschijnlijk niet bij die doop aan huis.
Vorige keer noemde ik de uitgetreden r.k. pastor Wil Koolhof. In het artikel in ‘Vrij Nederland’ wordt een doopplechtigheid beschreven die door hem werd geleid. Het wordt door de ouders geen doop genoemd, maar een ritueel. Alle dooprituelen van de kerk zitten in het ‘pakket’ van pastor Koolhof, God wordt echter niet genoemd. Hij heet hier ‘de eeuwig ongeziene’. U mag zelf uw conclusies trekken.

Dopen buiten de gemeente blijft een heet hangijzer. In ‘Doopsgezind NL’ van 6 januari schrijft dominee Marion Bruggen over de dopeling die graag in het doopsgezinde vakantiehuis, Broederschapshuis Schoorl, temidden van alle bekenden op zijn belijdenis gedoopt wilde worden. In die hechte groep voelde hij zich opgenomen, met die gemeenschap was hij verbonden. Ook al is deze doop onreglementair, want niet in een gemeente voltrokken, ‘ik heb er totaal geen moeite mee’. Marion van Bruggen zegt : "Voor de dopeling is op dit moment de groep mensen met wie hij in Schoorl omgaat de groep waar hij gemeenschap mee beleeft." En dat is voldoende.
De tijden en de inzichten van mensen veranderen. Kritisch elke situatie bekijken en erover nadenken blijft nodig. In het ‘Algemeen Doopsgezind Weekblad’ is er ook al eerder over geschreven. Ingrid Verheij-Laan noemde de doop buiten gemeente-verband "een vorm van kerkzijn die voldoet aan behoeften". Daar zie je dus verschuivende inzichten; de mens bepaalt zelf.
In datzelfde nummer beschrijft Th. van der Laan hoe bij baptisten de doop niet per se is gebonden aan een kerkelijk lidmaatschap. Nu is hier de doop een strikt persoonlijke gebeurtenis tussen die ene mens en God.
U krijgt genoeg voer voor overpeinzing, hoe met dit verschijnsel om te gaan, zou ik zeggen.

Ik wil besluiten met een wat lichtere noot. Terug naar de Haagse predikanten. Op hun website www pastoralediensten nl stellen zij zich voor. Tenslotte moet je ook reclame maken. U kunt kiezen. Volgens de NRC ( ik kan dat niet nagaan ) is de ene predikant ‘licht chaotisch, maar beschikt over uithoudingsvermogen.’ Chaotisch. Wat moet ik me daarbij voorstellen? Dat hij de trouwringen niet meer vinden kan? Dat hij bij een uitvaart namen en personen door elkaar haalt? Hij kent de mensen tenslotte nauwelijks. Of moet dit modern, hip, klinken? Niet zo duf als in de kerk? In dat geval begaan ze dezelfde fout als in het onderwijs in de afgelopen jaren. Zeg maar Henk of Sandra tegen de leraar. Ik was mijnheer Boon, de Engelse leraar, in jasje -dasje voor de klas. Die houding wil men op sommige scholen nu weer graag terug. Laten deze predikanten om hun waardigheid denken; zeker tegenover onbekenden. Een rouwdienst vergt distinctie, geen chaos.

W.F. Boon

NOOD LEERT BIDDEN

Dit stukje is flink roomskatholiek ingekleurd. Sommigen weten dat mijn religieuze achtergrond nogal divers is. Ik kom uit een katholiek geslacht. Mijn grootvader A.Boon zei als tiener de parochie te Oost-Zaandam vaarwel. Voor de familie was dat toen een hele schok. Nu noem je hem een kerkverlater en je gaat verder met je bezigheden zonder er veel over te piekeren.

Soms maak je allerlei voorvallen mee die los van elkaar lijken te staan. Maar dan ineens valt alles op zijn plaats, vormt het een geheel. Alsof je een legpuzzel invult. Dat overkwam mij rondom de Pinksterdagen. Voor die tijd had ik een gesprek met mijn nicht Anne Boon. Zij is een van de weinigen in de familie die nog belijdend en praktiserend katholiek is. Wij spraken over onze gezamenlijke ongehuwde, zeer vrome oud-tante, tante Sijtje Boon. Tante Sijt had erg veel belangstelling voor de totale familie. Ze was dol op haar vijf neefjes, waar mijn vader er één van was. Ik ben er bijna zeker van dat ze voor ons aller zieleheil bad. En zeker voor haar afvallige broer. De heilige Maria was voor tante Sijt de middelaar en voorspraak in eeuwigdurende bijstand. Dat klinkt nogal religieus-technisch. Een diepere uitleg hiervan laat ik achterwege.


Karel Houben

Woensdag 30 mei meldde NRC Handelsblad dat de Limburgse pater Karel Houben heilig wordt verklaard. Eén van de vele bewijzen voor zijn heiligheid was de zaak Dormans.
Door de medici was Dolf Dormans opgegeven. Hij had veel tot pater Houben gebeden om nog wat langer in leven te mogen blijven. In 1999 genas Dormans totaal. Artsen hielden dat niet voor mogelijk." Katholieken noemen het een wonder", zegt zijn huisarts Wil Keulers. Pater Houben had voorspraak in de hemel. Zo worden er meer genezingen aan hem toegeschreven, o.a. van een vrouw die op haar sterfbed een genezing opbiechtte aan de pastoor. Ze was altijd bang geweest om uitgelachen te worden en had er daarom over gezwegen.
Een heel ander bericht in NRC Handelsblad van 1 juni. Dat gaat over de enorme droogte in Australië. Waarschijnlijk zal de oogst weer mislukken Men is het erover eens dat de klimaatverandering de boosdoener is. Australië is een van de grootste vervuilers in de regio. Niemand lette er tot dusver op." Allemaal bangmakerij door de milieu-activisten" , werd er gezegd. Maar dat verandert. De conservatieve premier John Howard riep de bevolking op om voor regen te bidden - in de nood leert de mens bidden. Het hielp niet Nu heeft de Engelse uitdrukking " you have to pray for it", je moet er maar voor bidden, lang niet altijd een religieuze lading. Wat Howard precies bedoelde, weet ik niet.

Met de Pinksterdagen was ik weer in Mechelen, in Zuid Limburg. Dan ga ik ook naar het klooster in Wittem. U vraagt zich wellicht af wat een redelijk behoudend doopsgezinde bij de paters Redemptoristen van Wittem zoekt. Ik ga daar naar de bedevaartskapel van de heilige Gerardus Majella. Veel jongens Boon heten Gerard. Eigenlijk zijn die jongens naar Grootvader en overgrootvader Gerrit Visser vernoemd. Mijnheer pastoor vond Gerrit niet goed katholiek klinken en hij schreef ze als Gerardus in. Die herinnering doet mij daar glimlachen.
Ik kom niet expliciet om te bidden. Ik kom er tot inkeer, laat mijn gedachten omtrent mijn familie, mijn leven de vrije loop. Nu kun je in die bedevaartsoorden vaak gebedsintenties op briefjes schrijven en die op een bord prikken. Hier ligt een groot blanco boek. Ik keek er in en de laatste opdracht was "Heilige Gerardus, help mij opdat ik weer beter bewegen kan." Ik las dat en werd er door geraakt. Van mijn vrouw, die aan artrose leed, weet ik hoe moedeloos, soms zelfs wanhopig, je wordt van de pijn die het lopen geeft. Ik kan me dan goed indenken dat je je tot Gerardus Majella wendt en rust zoekt.

Ik heb u een paar vormen van gebeden genoemd. Aan de ene kant de Australische premier John Howard. Zijn gebed werd niet verhoord. God zal gedacht hebben: ik heb jullie hersens en mogelijkheden gegeven om uit deze ellende te komen. Aan de andere kant onze tante Sijt en allen die zich in nood tot heiligen wenden. U kunt wel aanvoelen naar welke kant mijn sympathie uitgaat.

Lisette Schot zei eens tegen de kinderen van de kindernevendienst: "Bidden is praten met God". Dat klopt. Kinderen leren zo dat het niet betekent: iets afdwingen zoals in Australië. Het is jezelf in alle bescheidenheid opstellen zoals de vrouw die vroeg of ze zich beter mocht bewegen, niet om een volledige genezing.

W.F. Boon