Een levensverhaal als houvast
Zowel in het lutherse ‘ELK Kwartaal’ als in het Algemeen
Doopsgezind Weekblad vond ik een recensie over het boek met dezelfde
titel als boven dit stukje staat. Waar gaat het over? In de (toen
nog) Samen op Weg kerken ontstond een werkgroep die zich ging bezighouden
met de begeleiding van dementerende mensen of personen met een ‘versluierde
geesteskracht’ binnen de kerkelijke gemeenten.
Die laatste uitdrukking vind ik erg mooi, ook al ligt er waarschijnlijk
in besloten dat men de term dementie niet zo goed durft uit te spreken.
Hij past heel goed bij personen die af er toe in een persoonlijke
wereld ‘wegglijden.’ Een wereld die wij niet goed kunnen
bevatten. Dan is het als familie moeilijk om contact te maken en dat
contact vast te houden. Ook vrienden en kennissen lopen tegen zo'n
muur op. Voor bezoekende predikanten, pastores en wijkbezoekers is
contact leggen ook lastig. Vandaar deze werkgroep die allen hierbij
wil helpen. Het resultaat ervan waren losse brochures die nu in het
eerder genoemde boek zijn opgenomen

Denken wij aan de vergrijzing van de samenleving, dan moeten wij
erkennen dat contact met dementerenden in onze kring een serieus probleem
kan gaan worden in de toekomst. Hoe kunnen wij de ander volgen in
zijn (voor ons) verwarde verhalen? Die verhalen of opmerkingen zijn
meestal niet zo erg verward als ze wel lijken. Je moet ze kunnen ‘vertalen.’
Zo kon ik met mijn dove dementerende moeder goed praten. Ik kende
haar verleden, al haar ver halen. Door haar opmerkingen weer in de
juiste volgorde te zetten werd mij alles duidelijk. Dat bedoel ik
met ‘vertalen.’
Maar denkt u zich nu mijn eigen toekomstige situatie eens in. Geen
vrouw meer om uitleg te geven, neefjes en nichtjes op een flinke afstand
van Sliedrecht verwijderd. Wie kan er wijs worden uit de wonderlijke
uitingen van de oude mijnheer Boon? Omdat niemand hem begrijpt wordt
hij extra lastig en opstandig. Meer werk voor de verzorgers. En dan
zegt de familie nog dat het zo'n lieve, kalme man was.
Dat probleem kan ik voorkomen door een ‘Levensboek’ te
maken, nu ik nog in het bezit van mijn volle verstand ben. Kinderen
kunnen dat voor hun ouders doen als het verpleeghuis in zicht komt,
of natuurlijk al eerder. De gedachte is: in ieder mens zitten verhalen,
herinneringen die jouw leven hebben gevormd. Wat jij je herinnert
zijn voor jou de belangrijkste gebeurtenissen. Als de ander die feiten
ook kent is het makkelijker om in gesprek te blijven. De dementerende
vergeet datgene wat nog kort in zijn geheugen lag opgeslagen. Feiten
van heel lang geleden beklijven het best.
In dat Levensboek komen persoonlijke, statistische gegevens te staan.
Maar ook de antwoorden op vragen over het vroegere leven, dingen waar
ik van hield, waar ik belangstelling voor had. Het kan zo een hulpmiddel
zijn om het gesprek gaande te houden door aan te sluiten bij bekende
zaken uit het verleden.
In zijn bijdrage aan het bovengenoemde boekje zegt Wout Huizing, protestants
geestelijk verzorger in Zorgcentrum Tabitha, in Den Haag, ‘Mensen
die lijden aan dementie kun je blijven ontmoeten door stil te blijven
staan bij fragmenten uit het geleefde verleden. De gewezen boer wil
naar zijn koeien om ze te melken. Als iemand hem verhindert dat te
doen, wordt hij radeloos.

Zo is het in mijn geval handig om te weten waarom die mijnheer steeds
aan het corrigeren slaat en alles ettelijke malen uitlegt en herhaalt.
Of naar zijn rode pen zoekt. Weet je dat ik een leven lang voor de
klas heb gestaan, dan kun je in dat verhaal meespelen.
Waarom schrijf ik dit in een kerkblad? Het is toch een zaak voor iedereen
en niet uitsluitend voor gelovigen? Dat is maar ten dele waar. De
predikant, de huisbezoeker kan er veel baat bij hebben als hij snel
iets over het leven van het gemeentelid wil weten. Het Levensboek
vormt dan de band tussen mensen. De dementerende behoudt zijn persoonlijkheid.
Hij blijft in zijn laatste levensfase zijn waardigheid behouden.
Maar de belangrijkste reden voor een kerkelijke gemeente om aandacht
te schenken aan een Levensboek geeft Ineke Uytenbogaardt in het boekje.
Zij zegt: ‘Bijna iedereen kent wel iemand die lijdt aan versluierde
geestkracht, bij voorbeeld in de kerkelijke kring. Is hij of zij de
juiste persoon die een rol kan spelen om de ander bekend te maken,
met het levens-boek?’, Het maakt niet uit wie het idee aandraagt
voor de familie of de' persoon zelf. Als het maar gebeurt. Dan kan
de kerk met de aandacht voor de naaste vaak de eerste zijn.
Een volgende keer zal ik de inhoud van een Levensboek beschrijven
en de overwegingen om iets te vermelden of om het juist maar weg te
laten.
EEN LEVENSVERHAAL ALS HOUVAST
VERVOLG
In het voorjaar hield de Stichting ‘Melanchton,’ het
Luthers Netwerkencentrum haar ontmoetingsdag op Kasteel Hoekelum.
De Stichting ‘Melanchton’ zette zich aanvankelijk in voor
de ondersteuning aan oudere lutherse gemeenteleden. Nu heeft ze haar
werkterrein verbreed. In het middagdeel van de bijeenkomst werd over
het ‘Levensboek’ gesproken.
Nu ben ik redelijk bekend in luthers Nederland, zodat ik mijn ‘kanalen’
heb. Als doopsgezinde heb ik mijzelf maar uitgenodigd, omdat het onderwerp
mij interesseert. Het boekje dat ik in het vorige stukje noemde, had
ik al gekocht en gelezen. Als tegenprestatie heb ik de Stichting ‘Melanchton’
een verslag voor het ‘Kerkblad’ van Luthers Dordt beloofd.
De inleiding heeft u al gelezen, de uitwerking van het thema volgt
nu.
Wat komt er in het levensboek te staan? Dat is natuurlijk zeer persoonlijk. Onmisbaar zijn naam, geboortedatum en alle andere relevante gegevens. Dat kun je verduidelijken met geboortekaartjes, trouw- en rouwkaarten, foto's van vroeger: van de familie, de woning, het bedrijf waar je werkte of het beroep dat je uitgeoefend hebt. Eigenlijk is het teveel om op te noemen. Maar u ziet wel: alle dingen roepen herinneringen op bij de dementerende.

Hij begint blij te vertellen en komt zo los uit zijn isolement. Hij
is weer in ons midden, hij hoort er weer bij. De verzorging leert
zo de kwaliteiten en vaardigheden van de bewoner kennen en kan daar
op inspelen.
Je kunt bij het maken van het levensboek, van het levensverhaal, naast
jouw gewone verleden ook diepere, serieuzere zaken behandelen. Dan
komen, om maar iets te noemen, bijvoorbeeld onderwerpen aan de orde
als: welke geur is u altijd bijgebleven? Ik zal dan zeggen: “De
geur rondom koekfabriek Van Delft, als ze vroeger in september met
taai-taai en speculaas begonnen. Dan liep de zomer ten einde, een
mijlpaal in het jaar.” Of: was u lid van een vereniging, en
wat deed u daar? Had u er een functie? Hield u van muziek? Wat waren
de mooiste momenten in uw leven? Heeft u gereisd en naar welke plaats?
Welk land? Welke personen waren belangrijk in uw leven? Uiteindelijk
kun je ook nog memoreren welk gezang, welke bijbeltekst je altijd
is bijgebleven.
U ziet: het aantal op te schrijven herinneringen is legio en breidt
zich nog gestaag uit. Samen met foto's en dergelijke geeft het een
beeld van uw leven. In het eerste stuk noemde ik de beperkingen. Die
zijn er zeer zeker. Vanuit de deelnemers die dag werd de privacy genoemd.
Dat ligt gevoelig. Het levensboek blijft echter eigendom van de verpleeghuisbewoner,
het maakt geen onderdeel uit van zijn zorgdossier. Persoonlijk vind
ik privacy niet zo'n punt. Dementerenden hebben vaak geen controle
over de dingen die ze doen of zeggen. Zo ‘schenden’ ze
ongewild hun privacy. Dan blijven er de verdrietige gebeurtenissen
in ieders leven: ontslag, dood, moeilijke perioden door ziekte, ruzie
met de familie en dergelijke. Moet je die in je boek opnemen? Persoonlijk
zeg ik: zeker niet doen. Zij geven de dementerende geen blijde herinneringen
en brengen hem daarmee hoogstwaarschijnlijk in de war, ja zelfs van
streek. En daar schiet niemand mee op. Dus hier nemen we maar een
loopje met de waarheid. We houden het bij de positieve herinneringen.
De handigste vorm van het levensboek is een losbladig systeem in een
multoband, met plastic insteekhoezen voor dingen die je moeilijk kunt
opplakken. Je kunt dan telkens nieuwe dingen toevoegen. Er zijn ook
voorgedrukte boeken in de handel. Je moet jouw gegevens op de lege
bladzijden invullen, de rubrieken staan er boven gedrukt. Ik geef
de voorkeur aan een zelf gemaakt boek. Dat wordt sneller herkend door
de dementerende, het is iets dat bij hem hoort.
Als u door het lezen van mijn twee stukjes interesse hebt gekregen
voor het onderwerp kan ik u aanraden het al eerder genoemde boekje
aan te schaffen en te bestuderen. Het heet:
‘Een levensverhaal als houvast’ door Ineke Regina Uytenboogaardt;
Theologische uitgeverij Narratio, Gorinchem ISBN 90 5263 952 3
De prijs is waarschijnlijk nu ongeveer € 10,00.
W.F. Boon