24 september 2005
lees ook deel twee


Een levensverhaal als houvast

Zowel in het lutherse ‘ELK Kwartaal’ als in het Algemeen Doopsgezind Weekblad vond ik een recensie over het boek met dezelfde titel als boven dit stukje staat. Waar gaat het over? In de (toen nog) Samen op Weg kerken ontstond een werkgroep die zich ging bezighouden met de begeleiding van dementerende mensen of personen met een ‘versluierde geesteskracht’ binnen de kerkelijke gemeenten.
Die laatste uitdrukking vind ik erg mooi, ook al ligt er waarschijnlijk in besloten dat men de term dementie niet zo goed durft uit te spreken. Hij past heel goed bij personen die af er toe in een persoonlijke wereld ‘wegglijden.’ Een wereld die wij niet goed kunnen bevatten. Dan is het als familie moeilijk om contact te maken en dat contact vast te houden. Ook vrienden en kennissen lopen tegen zo'n muur op. Voor bezoekende predikanten, pastores en wijkbezoekers is contact leggen ook lastig. Vandaar deze werkgroep die allen hierbij wil helpen. Het resultaat ervan waren losse brochures die nu in het eerder genoemde boek zijn opgenomen

Denken wij aan de vergrijzing van de samenleving, dan moeten wij erkennen dat contact met dementerenden in onze kring een serieus probleem kan gaan worden in de toekomst. Hoe kunnen wij de ander volgen in zijn (voor ons) verwarde verhalen? Die verhalen of opmerkingen zijn meestal niet zo erg verward als ze wel lijken. Je moet ze kunnen ‘vertalen.’ Zo kon ik met mijn dove dementerende moeder goed praten. Ik kende haar verleden, al haar ver halen. Door haar opmerkingen weer in de juiste volgorde te zetten werd mij alles duidelijk. Dat bedoel ik met ‘vertalen.’
Maar denkt u zich nu mijn eigen toekomstige situatie eens in. Geen vrouw meer om uitleg te geven, neefjes en nichtjes op een flinke afstand van Sliedrecht verwijderd. Wie kan er wijs worden uit de wonderlijke uitingen van de oude mijnheer Boon? Omdat niemand hem begrijpt wordt hij extra lastig en opstandig. Meer werk voor de verzorgers. En dan zegt de familie nog dat het zo'n lieve, kalme man was.

Dat probleem kan ik voorkomen door een ‘Levensboek’ te maken, nu ik nog in het bezit van mijn volle verstand ben. Kinderen kunnen dat voor hun ouders doen als het verpleeghuis in zicht komt, of natuurlijk al eerder. De gedachte is: in ieder mens zitten verhalen, herinneringen die jouw leven hebben gevormd. Wat jij je herinnert zijn voor jou de belangrijkste gebeurtenissen. Als de ander die feiten ook kent is het makkelijker om in gesprek te blijven. De dementerende vergeet datgene wat nog kort in zijn geheugen lag opgeslagen. Feiten van heel lang geleden beklijven het best.
In dat Levensboek komen persoonlijke, statistische gegevens te staan. Maar ook de antwoorden op vragen over het vroegere leven, dingen waar ik van hield, waar ik belangstelling voor had. Het kan zo een hulpmiddel zijn om het gesprek gaande te houden door aan te sluiten bij bekende zaken uit het verleden.
In zijn bijdrage aan het bovengenoemde boekje zegt Wout Huizing, protestants geestelijk verzorger in Zorgcentrum Tabitha, in Den Haag, ‘Mensen die lijden aan dementie kun je blijven ontmoeten door stil te blijven staan bij fragmenten uit het geleefde verleden. De gewezen boer wil naar zijn koeien om ze te melken. Als iemand hem verhindert dat te doen, wordt hij radeloos.

Zo is het in mijn geval handig om te weten waarom die mijnheer steeds aan het corrigeren slaat en alles ettelijke malen uitlegt en herhaalt. Of naar zijn rode pen zoekt. Weet je dat ik een leven lang voor de klas heb gestaan, dan kun je in dat verhaal meespelen.

Waarom schrijf ik dit in een kerkblad? Het is toch een zaak voor iedereen en niet uitsluitend voor gelovigen? Dat is maar ten dele waar. De predikant, de huisbezoeker kan er veel baat bij hebben als hij snel iets over het leven van het gemeentelid wil weten. Het Levensboek vormt dan de band tussen mensen. De dementerende behoudt zijn persoonlijkheid. Hij blijft in zijn laatste levensfase zijn waardigheid behouden.
Maar de belangrijkste reden voor een kerkelijke gemeente om aandacht te schenken aan een Levensboek geeft Ineke Uytenbogaardt in het boekje. Zij zegt: ‘Bijna iedereen kent wel iemand die lijdt aan versluierde geestkracht, bij voorbeeld in de kerkelijke kring. Is hij of zij de juiste persoon die een rol kan spelen om de ander bekend te maken, met het levens-boek?’, Het maakt niet uit wie het idee aandraagt voor de familie of de' persoon zelf. Als het maar gebeurt. Dan kan de kerk met de aandacht voor de naaste vaak de eerste zijn.
Een volgende keer zal ik de inhoud van een Levensboek beschrijven en de overwegingen om iets te vermelden of om het juist maar weg te laten.

W.F. Boon


EEN LEVENSVERHAAL ALS HOUVAST

VERVOLG

In het voorjaar hield de Stichting ‘Melanchton,’ het Luthers Netwerkencentrum haar ontmoetingsdag op Kasteel Hoekelum. De Stichting ‘Melanchton’ zette zich aanvankelijk in voor de ondersteuning aan oudere lutherse gemeenteleden. Nu heeft ze haar werkterrein verbreed. In het middagdeel van de bijeenkomst werd over het ‘Levensboek’ gesproken.
Nu ben ik redelijk bekend in luthers Nederland, zodat ik mijn ‘kanalen’ heb. Als doopsgezinde heb ik mijzelf maar uitgenodigd, omdat het onderwerp mij interesseert. Het boekje dat ik in het vorige stukje noemde, had ik al gekocht en gelezen. Als tegenprestatie heb ik de Stichting ‘Melanchton’ een verslag voor het ‘Kerkblad’ van Luthers Dordt beloofd. De inleiding heeft u al gelezen, de uitwerking van het thema volgt nu.

Wat komt er in het levensboek te staan? Dat is natuurlijk zeer persoonlijk. Onmisbaar zijn naam, geboortedatum en alle andere relevante gegevens. Dat kun je verduidelijken met geboortekaartjes, trouw- en rouwkaarten, foto's van vroeger: van de familie, de woning, het bedrijf waar je werkte of het beroep dat je uitgeoefend hebt. Eigenlijk is het teveel om op te noemen. Maar u ziet wel: alle dingen roepen herinneringen op bij de dementerende.

Hij begint blij te vertellen en komt zo los uit zijn isolement. Hij is weer in ons midden, hij hoort er weer bij. De verzorging leert zo de kwaliteiten en vaardigheden van de bewoner kennen en kan daar op inspelen.
Je kunt bij het maken van het levensboek, van het levensverhaal, naast jouw gewone verleden ook diepere, serieuzere zaken behandelen. Dan komen, om maar iets te noemen, bijvoorbeeld onderwerpen aan de orde als: welke geur is u altijd bijgebleven? Ik zal dan zeggen: “De geur rondom koekfabriek Van Delft, als ze vroeger in september met taai-taai en speculaas begonnen. Dan liep de zomer ten einde, een mijlpaal in het jaar.” Of: was u lid van een vereniging, en wat deed u daar? Had u er een functie? Hield u van muziek? Wat waren de mooiste momenten in uw leven? Heeft u gereisd en naar welke plaats? Welk land? Welke personen waren belangrijk in uw leven? Uiteindelijk kun je ook nog memoreren welk gezang, welke bijbeltekst je altijd is bijgebleven.

U ziet: het aantal op te schrijven herinneringen is legio en breidt zich nog gestaag uit. Samen met foto's en dergelijke geeft het een beeld van uw leven. In het eerste stuk noemde ik de beperkingen. Die zijn er zeer zeker. Vanuit de deelnemers die dag werd de privacy genoemd. Dat ligt gevoelig. Het levensboek blijft echter eigendom van de verpleeghuisbewoner, het maakt geen onderdeel uit van zijn zorgdossier. Persoonlijk vind ik privacy niet zo'n punt. Dementerenden hebben vaak geen controle over de dingen die ze doen of zeggen. Zo ‘schenden’ ze ongewild hun privacy. Dan blijven er de verdrietige gebeurtenissen in ieders leven: ontslag, dood, moeilijke perioden door ziekte, ruzie met de familie en dergelijke. Moet je die in je boek opnemen? Persoonlijk zeg ik: zeker niet doen. Zij geven de dementerende geen blijde herinneringen en brengen hem daarmee hoogstwaarschijnlijk in de war, ja zelfs van streek. En daar schiet niemand mee op. Dus hier nemen we maar een loopje met de waarheid. We houden het bij de positieve herinneringen.

De handigste vorm van het levensboek is een losbladig systeem in een multoband, met plastic insteekhoezen voor dingen die je moeilijk kunt opplakken. Je kunt dan telkens nieuwe dingen toevoegen. Er zijn ook voorgedrukte boeken in de handel. Je moet jouw gegevens op de lege bladzijden invullen, de rubrieken staan er boven gedrukt. Ik geef de voorkeur aan een zelf gemaakt boek. Dat wordt sneller herkend door de dementerende, het is iets dat bij hem hoort.

Als u door het lezen van mijn twee stukjes interesse hebt gekregen voor het onderwerp kan ik u aanraden het al eerder genoemde boekje aan te schaffen en te bestuderen. Het heet:
‘Een levensverhaal als houvast’ door Ineke Regina Uytenboogaardt; Theologische uitgeverij Narratio, Gorinchem ISBN 90 5263 952 3
De prijs is waarschijnlijk nu ongeveer € 10,00.

W.F. Boon