Pausverkiezing
Het zal u niet ontgaan zijn dat we een nieuwe paus hebben. Het conclaaf en de uitverkiezing van Joseph Ratzinger waren mediaspektakels. Ook de pers besteedde er in die dagen flink aandacht aan.

Allerlei kardinalen werden genoemd als kanshebber - uit Afrika, omdat daar zoveel katholieken wonen. Ook een kardinaal uit Azië zou om dezelfde reden - een snel groeiend aantal gelovigen-een goede keus zijn. Dat in tegenstelling tot Europa, waar katholieken op grote schaal de kerk verlaten en de geloofsgemeenschap van Rome steeds kleiner wordt. Toch waren er ook Europese kandidaten getipt.
De Braziliaanse president Lula beijverde zich persoonlijk in een
campagne om de aandacht te vestigen op de aartsbisschop van Sao Paulo.
Claudio Hummes. Hij moest namens Latijns Amerika tot paus benoemd
worden. Kardinaal Hummes kwam op meerdere lijstjes voor. Hij leek
een kanshebber.
Een opmerkelijk artikel over de huidige stand van zaken in de kerken
en Brazilië kreeg ik bij toeval in handen. Het stond in de NRC
van maandag 18 april 2005. Het conclaaf moest op het moment dat het
stuk werd geschreven nog beginnen. De verslaggever berichtte over
de kerkelijke situatie in Brazilië. Er zijn 125 miljoen katholieken,
dat is net zo veel als er in geheel Afrika wonen. De totale bevolking
bedraagt 180 miljoen inwoners. Je kunt dus echt zeggen dat het een
katholiek land is. Vandaar de keuze voor monseigneur Hummes voor Latijns
Amerika. Maar er gebeurt daar iets opmerkelijks: de protestantse erf
evangelikale bewegingen groeien er als kool. Er moeten nu zo'n 45
miljoen Brazilianen tot de Pinkstergemeenten en andere evangelische
groepen behoren. Men verwacht dat zij in 2020 in de meerderheid zullen
zijn.
Hoe is dat mogelijk? In zo'n door en door katholiek land? De leider
van de grootste evangelikale groepering zegt: “De katholieke
kerk houdt de mensen dom en arm. Wij leggen juist uit waarom ze niet
op het hiernamaals hoeven te wachten. Zij kunnen hier op aarde en
op dit moment in alles delen.”
Dat: ‘houd ze maar dom’ is een bekend geluid. Dat heb
ik vroeger meer gehoord. In het artikel komt ook Jan Dam, een Limburgse
ex-priester aan het woord. “Als karmeliet had ik een schitterend
leven. Genoeg te eten, maar voor het klooster lagen de mensen te verkommeren.”
Toen hij daklozen hielp om een leeg klooster te kraken werd hem geadviseerd
het hondenboordje af te doen. Kraken behoorde niet tot de priesterlijke
waardigheid. Nu is hij ontwikkelingswerker in Brazilië. Zijn
woorden kunnen natuurlijk een vorm van ressentiment tegen zijn vroegere
geloofsgemeenschap inhouden. Een vorm van verbittering. Maar de strekking
is duidelijk.
Dat mensen teleurgesteld de kerk verlaten is in Nederland niet onbekend.
Maar dat zoiets uitgerekend in een katholiek land als Brazilië
op zo'n grote schaal gebeurt, was voor mij nieuw. Daarom bleef dit
krantenartikel in mijn geheugen steken en kon ik de verbinding leggen
met de gereformeerde predikant Sonneveld uit Spijkenisse, die zei:
“De mensen hebben afscheid genomen van de kerk, maar willen
toch een stukje geloof terugvinden.” Dat blijkt dus een stroming
over de hele wereld te zijn. Ik vraag me alleen af of dit ‘blijvertjes’
zullen zijn binnen de Nederlandse evangelicale beweging, of dat het
een kwestie van ‘reli-shoppen’ wordt. Op dat probleem
zou je een kerk-sociologisch onderzoek kunnen loslaten en er waarschijnlijk
nog op promoveren ook. Voor Brazilië zal het 'shoppen' voorlopig
nog wel toekomstmuziek zijn.
W.F. Boon