nr 42


Bach

Barok heeft voor mij altijd iets verhevens gehad en daarin zal ik zeker niet alleen staan. Het is iets wat je in je broekzak zou willen steken om altijd bij je te hebben. Al is het alleen al vanwege de rust die ervan uit gaat en waarbij Valdispert in het niet valt.
Met name Bach heeft mijn voorliefde. Als kleuter reeds staakte ik mijn spel als zijn muziek op de radio weerklonk. En dat gebeurde nogal eens want ook mijn vader adoreerde Bach. Hoewel hij wel altijd zei dat Bach zwaar en moeilijk te begrijpen was hetgeen mijn moeder dan bevestigde door aan te geven dat één en ander voor haar te hoog ging. In die tijd werd ook geacht dat mensen van onze stand geen verstand hadden van klassiek, laat staan van Bach. Maar ik had er geen problemen mee. Als kind luister je met je hart en dan begrijp je veel. Vooral waar het Bach betreft.

Ik zal een meisje van 14 jaar zijn geweest toen mijn vader mij meenam naar de kerk waar de Matthäuspassion werd uitgevoerd. Als eenvoudige lieden gingen wij naar de generale repetitie voor de halve prijs. In die tijd was Bach niet meer geheel en al gereserveerd voor de hogere standen, maar mocht ook het gewonere volk er voorzichtig aan ruiken. En om de betaalbaarheid van dat ruiken te garanderen, had men bedacht de generale open te stellen voor het publiek. Zo maakte ik kennis met de Matthäuspassion van Bach. Een kennismaking die diepe indruk op mij maakte. Dat orkest, al die koorleden in het lang en in het zwart. De solisten in vol ornaat. De Christuspartij die werd vertolkt door David Hollestelle. Een gevoel van diepe eerbied doorstroomde me en zette zich ergens in de maagstreek vast. Bij mij bleef het niet bij ruiken. Nee, ik dronk het in.

Slechts één wanklank bereikte telkens mijn oren. Een vreemd sissend geluid alsof er ergens een fietsband leegliep. Vanuit m'n ooghoeken had ik zoal eens de kerk rond geloerd om te zien wie dat kunstje flikte. Eindelijk ontdekte ik de dader. Het was de dirigent die al sissend telkens trachtte een diminuendo te creeëren. Misschien dacht de man dat wij het niet doorhadden of zouden denken dat het erbij hoorde. En laten we wel zijn; voor de halve prijs kun je niet teveel aanmerkingen maken. Zelfs niet op een sissende dirigent. Toen ik echter jaren later de Mattheus hoorde en zag op de televisie, was dat een wonderlijke ervaring. Aanvankelijk miste ik iets en het duurde zowaar nog even eer het tot me doordrong wat. Dit was een sisloze Matthäus.

Coby Fontijn