
Het Zwarte Schaap
Sinds kort is op zaterdagavond weer het Programma "Het Zwarte 
            Schaap" te bezien. De eerste uitzending was het gelijk goed raak 
            met Jenny Goeree. Een vrouw die jaren geleden reeds op kwalijke wijze 
            in het nieuws kwam met haar geschriften over joden en homoseksuelen.
            Opnieuw treedt zij in het nieuws, waarbij zij nog steeds op hetzelfde 
            aambeeld blijkt te hameren. Te vuur en te zwaard benadert zij dezelfde 
            categorie mensen en slaat hen op niet mis te verstane manier met de 
            bijbel om de oren.
            Tot mijn stomme verbazing had men voor dit programma een aantal mensen 
            bereid gevonden om haar standpunten te bestrijden. Een volgens mij 
            vrij nutteloze zaak want dit soort mensen luistert niet, gaat nergens 
            inhoudelijk op in, staat nergens voor open en verkondigt uitsluitend 
            de eigen visie als die van God.
            Nu kom ik uit een vrij extreem christelijk klimaat dat dergelijke 
            mensen niet alleen aantrekt, maar daar ook een prima voedingsbodem 
            voor vormt. Zodoende heb ik ruimschoots de kans gehad er studie van 
            te maken. Wat mij daarbij altijd is opgevallen en waaraan ik mij gruwelijk 
            erger, is, dat iets wat gewoon een psychische gestoordheid is, door 
            moet gaan voor diepe gelovigheid. In feite zijn deze mensen ziek en 
            hebben zij in het geloof een houvast gevonden, een aantal zekerheden 
            waaraan zij zich als een drenkeling vastklampen. 
            
            Mensen als Jenny Goeree en consorten, zullen het niet in hun hoofd 
            halen een psychiater te raadplegen. Zij zoeken en vinden die hulp 
            op hun manier bij God. Of ze die hulp gekregen hebben durf ik te betwijfelen. 
            Over twijfelen gesproken. Alles wat twijfel kan veroorzaken wordt 
            ver buiten hun leven gehouden, want twijfel kan het eind betekenen 
            van de vesting die zij hebben opgebouwd. Vandaar ook dat ze voor niets 
            en niemand openstaan. Men heeft zogezegd zekerheden waarbij alle ramen 
            en deuren stevig gesloten dienen te blijven. Er is ook een totaal 
            ontbreken van liefde en humor. Vaak leeft men met een goed deel van 
            de familie in onmin en zijn reeds allerlei banden verbroken. En het 
            extreem christelijke klimaat waarin deze mensen gedijen is daar niet 
            zelden schuldig aan.
            
            Zij zijn er ook mede schuldig aan dat deze mensen bij voortduring 
            balanceren op de rand van godsdienstwaanzin. Menigeen belandt uiteindelijk 
            in een inrichting.
            Tussen de wereld waar ik ben uitgestapt en die waarin ik nu leef, 
            zit een grote kloof. En op de een of andere manier tracht ik over 
            die kloof een aanvaardbare brug te slaan. Maar niet zelden is het 
            een wiebelende touwbrug. Want Paulus kan het zo mooi zeggen dat we 
            moeten vergeten hetgeen achter ons ligt en ons moeten uitstrekken 
            naar hetgeen voor ons ligt. Doch ik kan niet altijd zeggen dat ik 
            me zo gaarne uitstrek naar de moderne theologie. Die wereld van moderne 
            theologen die je altijd weer weten te vertellen dat je het zus niet 
            moet zien, dat je het zo niet moet zien en dat je het allemaal anders 
            moet zien. Het mag dan blikverruimend heten, vooralsnog zie ik niet 
            veel. Het is een bijbeluitleg waarbij je je afvraag of zulk een wijze 
            van geloven nog wel haalbaar is voor een simpele ziel. En als het 
            dan voor de wijzen en verstandigen is verborgen en aan de kinderkens 
            geopenbaard, dan vraag ik me wel eens af hoe hier de rolverdeling 
            ligt.
Cobi Fontijn
