17-03-2003


Mus en zwaluw ...

Vroeger zong men veel dat psalmvers:

Zelfs vindt de mus een huis, o Heer;
de zwaluw legt haar jongskens neer,
in 't kunstig nest bij Uw altaren.

Toch is het goed nog even over die mus en die zwaluw na te denken. Het zijn twee duidelijk verschillende vogels, zowel in gedrag als uiterlijk. Op een zelfde manier is er ook onderscheid te maken tussen de mensen.


Laten we de kerkgangers nemen. De zwaluw strijkt in een sierlijke indrukwekkende vlucht zijn 'huis' binnen. De mus fladdert eerst maar wat rond om zijn nest.

De zwaluw zou je kunnen vergelijken met die mensen die als vanzelfsprekend tot de kerk horen.

Laten we de parabel van de farizeeër en de tollenaar als voorbeeld nemen. Hij, de 'zwaluw' hoort bij de tempel, de 'mus' niet. De zwaluw lijkt op diegene, de vooraanzittende, zoals Christus vertelde, die dacht (denkt) dat hij boven de tollenaar stond (staat).
'O Heer wees mij zondaar genadig,' dat is de dwarrelende 'mus'.
Jezus' voorkeur gaat uit naar de 'mussen,' de tollenaars. Kijk ook maar naar de 'mus' Zacheüs daar in die boom. Kom, dwarrelende kleine vogel. 'Ik wil heden in jou 'huis’ zijn.'

Je zou zeggen, dat beeld van de zwaluw en de mus is er niet voor niets. Dat zo maar 'iets' staat niet voor niets in de Psalmen. Lees de Evangeliën. Jezus zoekt de 'fladderenden.' De onzekeren, zoekenden. De 'alleswetenden' loopt hij voorbij.
Niet dat de 'mussen' maar om het nest moeten blijven 'fladderen.' Jezus heeft het 'nest' voorbereid zowel voor de 'mussen' als de 'zwaluwen' ............