Mystagogie - inleiding in het geheim van het leven
Dit is een moeilijk woord, maar, zoals dat meestal het geval is met
moeilijke woorden, nuttig om iets in één keer te zeggen
waarvoor je anders een groot aantal zinnen nodig hebt. Dat grote zinnen
krijgt u hier alsnog! Want wat is mystagogie? Het woord bestaat uit
twee delen. In het eerste deel zoudt u het woord 'mystiek' kunnen
herkennen. Het tweede deel zit in woorden als pedagogie, en heeft
te maken met 'leiden', 'brengen tot'.
Mystagogie, een mooi, nieuw woord dat toch een zeer oude lading dekt.
Mensen inwijden in het mystieke geheim van hun leven - dat was het
werk van leraren in de oude mysteriënreligies. Gnostische ketterij
in de ogen van de één, waardevolle verdieping van onze
kennis van de oud-christelijke wereld in de ogen van de ander. Ook
hier laten we elkaar vrij in de waardering van dit onderwerp. Een
feit is dat kerkelijk christendom en gnostieke beleving niet altijd
scherp zijn af te bakenen, zeker niet wat begrippen en woordgebruik.
Met andere woorden, je kunt de grenzen niet zo scherp trekken. Misschien
is dat juist een aanbeveling, om beide niet tegen elkaar uit te spelen.
We hebben er niets aan wanneer gemeenteleden afscheid nemen van de
Kerk omdat zij zich niet serieus genomen voelen. De psychiater Sigmund
Freud ontving veel van zulke mensen in zijn spreekkamer. Hij ontwierp
naar aanleiding van zijn gesprekken met hen zelfs een speciaal woord:
ecclesiogene neurose. Dat zijn door de Kerk en haar onverdraagzaamheid
veroorzaakte verschijnselen van geestesziekte. Een andere psychiater.
C.G. Jung, was een tijd lang leerling van Freud. Hij verschilde van
mening met Freud over de waarde van de godsdienst. Jung dacht en schreef
veel over symbolen. Voor de godsdienst is het symbool onmisbaar, maar
symbolen kunnen ook een ervaringswerkelijkheid op zichzelf zijn. Een
werkelijkheid die zich alleen maar in beelden kan laten uitdrukken
is dat wat het geheim van ons leven kan worden genoemd. Mystagogie
is: mensen bij de hand nemen en inwijden in het geheim van hun leven.
Wie hier gnostische ketterijen verwacht - het zij zo. Diegene bedenke
wel, dat ketterijen de onbetaalde rekeningen van de kerk zijn.
Dr Van den Berk is theoloog en cultuurhistoricus. Hij werkt aan de
Katholieke Theologische Universiteit Utrecht en specialiseert zich
thans op het gebied van film en opvoeding.
Afl. II
DE MENS GERICHT OP GOD
Op het eerste gehoor lijkt het geloof er alleen maar moeilijker op
worden, wanneer er zulke onbekende woorden bij komen. Maar wie denkt
een herstart te kunnen maken met behulp van bekende, klassieke begrippen
en gedachtegangen, vergist zich.

Karl Rahner SJ
Dat 'werkt' misschien even, maar de uitwerking zal van korte duur
zijn. In dit deel van de wereld dat we gemakshalve de Noord-Atlantische
- of Westerse wereld noemen, is er definitief een wissel overgehaald.
De Kerk heeft haar greep op de samenleving hier verloren.
Haar oude dogma's kan zij niet meer in die mate overbrengen op jongeren,
dat zij een factor van betekenis blijft in Europa en Noord-Amerika.
Ik spreek nu niet over de aanwas van de Kerk in Azië, Afrika
en Latijns-Amerika. Maar in onze omgeving moeten wij ons voorbereiden
op een heel nieuwe situatie.
Wie dit goed gezien heeft is Karl Rahner (1904-1984). Hij is één
van de grootste Rooms-katholieke theologen van de 20ste eeuw. Van
hem is de uitspraak: 'De vrome vanmorgen zal een mysticus zijn, iemand
die iets ervaren heeft, of hij zal er niet meer zijn. 'Van den Berk
legt deze woorden uit: de jongere van nu heeft een mystagogie nodig,
en geen geloofsleer. Een klassieke godsdienstcatechese haalt niets
uit, want er zijn geen 'eenstemmige, openlijke overtuigingen, en religieuze
praktijken van allen' (aangehaalde woorden zijn van Rahner). De zogenaamde
heilsbemiddeling is niet meer mogelijk. De Kerk moet de pretentie
laten varen, de sacramentele trechter te zijn via welke het heil van
God naar de mensen komt. De mens is zelf al op God gericht, dat is
niet minder het geval als de 'genademiddelen' van de Kerk afwezig
zijn.
De mening dat de mens zelf al op God gericht is, wordt door de rechtzinnige protestanten afgewezen. 'De mens heeft zich van God losgemaakt en wil ook los van Hem leven,' aldus de mening onder hen. Wat zij zich niet realiseren is, dat zij hier een algemene uitspraak doen, een soort vooráf aan hun christelijke theologie. Maar dan is dat geen goede bestrijding van Rahner's mensvisie. Bovendien is het van meet af aan tegenover elkaar stellen van God en mens onvruchtbaar, ongezond, onheilzaam.
Karl Rahner ontkent helemaal niet dat mensen zondaren zijn, al verwijten
sommige protestanten hem dat. Ook hij onderwijst de onmisbaarheid
van de genade in ons leven. Maar, zegt hij, die genade is een 'verlichting'.
Mensen op eigen kracht zijn niet verlicht, dat is hun zonde. Zij moeten
worden begeleid, dat is het werk van de mystagoog. Deze zal hun geen
genade bemiddelen, die zij eerst niet zouden hebben gehad. Maar de
mystagoog wekt op en interpreteert al wat op het diepste niveau van
de mensen aanwezig is. Want geen mens is los van God. Iedereen kan
tot de erkentenis komen dat oorsprong en bestemming van zijn/haar
bestaan God is. Dit kan op grond van een 'werkelijkheidslaag' in de
mens waar zich de verbondenheid met God symbolisch manifesteert.
W. Baan