HET LUISTERT NAUW


K. Deurloo
en N. ter Linden

De Nieuwe Bijbelvertaling nader bekeken

door Karel Deurloo en Nico ter Linden

Een boek geschreven uit onvrede, kritiek of verzet, zal zelf ook door menigeen met scepsis ontvangen worden. De schrijvers weten dit, en steken er de draak mee: ze vergelijken zich met ‘zure lieden die langs de kant staan te roepen dat die vertaling niet deugt.’
Maar daarmee eindigt de humor. Want deze hoogleraar Oude Testament en de bekende auteur van de bijbelvertelserie ‘Het verhaal gaat’ vinden inderdaad dat deze nbv niet deugt.

In onze Gemeente wordt de nbv af en toe gebruikt, meestal door een gastpredikant. Ik heb er geen moeite mee dat de kerkenraadsleden haar soms in de metten gebruiken. Elkaar vrij laten – dat is onze stijl.
Zelf zal ik de nbv nooit gebruiken. Ik had daar al vóór het verschijnen van het te bespreken boek argumenten voor:
in vele teksten wordt onvoldoende of geen recht gedaan aan de oorspronkelijke inhoud;
de vertalers maken hun pretentie onbevooroordeeld te zijn, niet waar;
het taalgebruik is ongeschikt voor een liturgieviering als de onze.

'Het luistert nauw' - Met dit boek van Deurloo en Ter Linden (in het vervolg DtL) is er een stevig tegenwicht verschenen. Daarna kunnen we zeggen dat het waarschijnlijk meer de literair onderlegde vakman aanspreekt en de ‘gewone bijbellezer’ niet zoveel zal zeggen. Maar dat kunnen we weten bij het werk van DtL. Beide zijn bijbelgeleerden (uit de ‘Amsterdamse School’) in wier werk het inderdaad nauw luistert. Niet iedereen is daarvan gediend.

Het boek is onderverdeeld in twee hoofddelen. Eerst een overweging met allerlei voorbeelden. Dan een lange serie bijbelplaatsen met als opschrift: niet zo maar zo.
De lange serie beslaat ongeveer ¾ van het boek en laat zich gemakkelijk lezen. In de meeste gevallen geven DtL eerst een citaat uit de nbv (‘niet zo’) en laten dat volgen door een eigen vertaling (‘maar zo’). Daarop volgt een heldere toelichting. Soms citeren DtL de nbg (1951, de vertaling die ik meestal in de Liturgie gebruik) en zetten hem tegenover de nbv. In een enkel geval spreken DtL hun waardering uit voor een vertaling in de nbv maar betreuren het dat die niet consequent aangehouden wordt.

De kritiek van DtL is niet mis. De nbv is onbetrouwbaar omdat zij teveel toevoegt of weglaat, de auteurs teveel voor de voeten loopt met verklarende stukjes ‘vertaling’.
De nbv verzwakt onnodig de sober-sterke, oorspronkelijke tekst. Zij heeft geen respect voor de poëtische kracht van het origineel. Zij onderschat de moderne lezer door nog steeds gangbare uitdrukkingen in onze taal te laten liggen. De nbv is ongeschikt om voor te dragen – terwijl voordragen de enige juiste wijze van bijbellezen is. Zij heeft zichzelf tot een stilleesboek gemaakt.
Wat ik eerst nog maar vermoedde, wordt door DtL met voorbeelden bevestigd: deze vertaling speelt het fundamentalisme en het historiserend bijbellezen in de kaart. Voortdurend suggereren de vertalingen door allerlei misplaatste toevoegingen – overbodige historiserende stopwoordjes – dat wat er staat echt gebeurd is. De vertalers missen de gevoeligheid voor de sobere verkondigende kracht van de tekst.

Het is erg dat de verrechtsing die de pkn in deze jaren meemaakt, door de nbv wordt versterkt. Of is het juist omgekeerd? Dat is minstens zo erg... maar het komt op ‘t zelfde neer.

Onze lutherse Gemeenten hebben in het verleden veel invloed van de bovengenoemde Amsterdamse school ondergaan. Raken wij die weer kwijt? Laat het boek van DtL een stimulans zijn om zuinig te zijn op ook dit stuk van onze identiteit.


W. Baan   augustus 2008

Karel Deurloo en Nico ter Linden:
Het luistert nauw
De Nieuwe Bijbelvertaling nader bekeken.
ISBN 978 90 5515 908 6
pp. 282  € 17.90

via de regels hieronder vindt u nog enkele besprekingen

Per Olov Enquist:  De reis van de voorganger
Carel ter Linden:  Wandelen over het water
Nahed Selim:  De vrouwen van de profeet
Dr C.W. Mönnich als theoloog en cultuurkenner
Geloven in een God die niet bestaat
Israël verdeeld
De veelvormigheid van het vroegste christendom
Boek van Hans Stolp over Maria Madalena

 

Iets over mijzelf

Na een dertigjarig predikantschap in verschillende lutherse kerkgemeenten kan ik mijzelf karakteriseren als voorganger en voorzanger

Het voorzangerschap kreeg er in Dordrecht een dimensie bij: mijn plaats als cantor in de Interkerkelijke Schola Cantorum Dordrecht e.o.. Door mijn initiatief is dit gregoriaanse koor in 1984 opgericht.