Woord & Dienst  22 dec 2001

De faalangst van het fundamentalisme

Dit is een zeer lezenswaardig artikel van J.-J. Suurmond, hervormd predikant. Hij is bekend door publicaties over pinksterspiritualiteit en charismatische geloofsbeleving. Het artikel wordt gevolgd door een reactie van een lezer van hetzelfde blad en een column door onze columnist W. F. Boon.
De redactie zette boven dit artikel enkele zinnen waarmee ds Suurmond zijn houding jegens zijn ooit 'jeugdig geloof' karakteriseert:
"Terugkijkend, wat leefde ik toen in een totaal andere wereld dan nu. Hoe bevoorrecht waren wij als kleine gemeente! Wij alleen hadden inzage in het Boek des Lams en kenden het scenario van de eindtijd."


Voor de aanslagen op 11 september in New York worden vele oorzaken aangewezen. Ze zouden een protest zijn tegen de dominantie van de westerse cultuur. Of het gevolg van de kloof tussen arm en rijk in de wereld. Of onderdeel van de strijd tussen de islam en het christendom. Hoewel in deze en andere verklaringen meestal wel een kern van waarheid schuilt, raken zij niet de grondoorzaak van dit geweld. Daarmee doel ik op het realiteitsverlies dat kenmerkend is voor het fundamentalisme. Misschien moet je ervaringsdeskundig zijn om dat goed op te merken.
Mijn christelijke leven begon in een tamelijk fundamentalistische pinkstergemeente. Een bijna onoverbrugbare kloof scheidde ons van 'de wereld daarbuiten'. In de samenkomsten rezen we op golven van tongentaal ten hemel, onder begeleiding van halleluja-geroep door de zusters en profetieën van bassende broeders. Buiten heerste de Egyptische duisternis waaruit wij wonderbaar uitgeleid waren. Als ik na de dienst naar huis liep, zag ik overal tekenen dat de wereld spoedig verzwolgen zou worden door het satanische Beest Uit De Aarde. Achter de ramen van de flats zag ik complete gezinnen verlept voor de televisie hangen, verstoken van de bronnen des heils. Het luidruchtige vermaak in de café's hoorde ik als een schreeuw om verlossing van de banden van drank en zedeloosheid. Alles wat ik zag bevestigde dat de wereld op zijn laatste benen liep, zoals fundamentalisten, vandaag de aanslag op de Twin Towers als het begin van de val van Babylon beschouwen, 'wiens grote rijkdom in één uur wordt verwoest'.

Terugkijkend, wat leefde ik toen in een totaal andere wereld dan nu. Hoe bevoorrecht waren wij als kleine gemeente! Wij alleen hadden inzage in het Boek des Lams en kenden het scenario van de eindtijd. Wij waren de uitverkorenen, de redders van de mensheid. In het gebed streden we tegen de demonen die in de wereld rondklauwden, in agressieve bewoordingen waarbij een Hell's angel zou verbleken. Want fundamentalisme en geweld zijn niet hetzelfde, maar liggen wel dicht bij elkaar. Het woord 'fundamentalisme' werd voor het eerst gebruikt door een groep christenen in de Verenigde Staten, in het begin van de vorige eeuw. Zij wilden standhouden onder de opstekende storm van moderne ontwikkelingen als de evolutieleer, Schriftkritiek en de emancipatie van vrouwen en zwarten. Daarbij stonden ze op het 'fundament' van een letterlijk genomen Bijbel. Velen van hen sympathiseerden met de Ku Klux Klan. Een paar jaar geleden nog werden artsen, werkzaam in een abortuskliniek, door fundamentalistische christenen vermoord. En hun predikant Jerry Faldwell noemde de aanslagen in New York een 'straf van God' precies zoals de moslimterroristen zelf deden.
De oorzaak van het terrorisme werd reeds scherpzinnig blootgelegd door de Russische schrijver Dostojevsky. In zijn roman Boze Geesten laat hij zien hoe een mens die de wereld haat, altijd ook zichzelf haat. Hij is immers onverbrekelijk deel van de wereld die hij veroordeelt. Zijn oplossing is om zijn zelfhaat naar buiten te projecteren, waardoor hij zelf zuiver wordt en de wereld een verderfelijke vijand die bestreden moet worden. De ironie is dat hun massieve veroordeling van de moderne cultuur-fundamentalisten daarvan des te afhankelijker maakt. Ze worden bepaald door wat zij bestrijden. Er is al vaak op gewezen dat de fundamentalistische wijze van denken, met zijn obsessie met een letterlijke, objectieve 'waarheid', modern is en vreemd aan de Bijbel (en de Koran). En de terroristen in New York konden hun aanslagen alleen plegen dankzij hun westerse scholing en technieken. Enigszins zoals bij ons een Dorenbos in zijn strijd tegen de Sloggi-slip dankbaar gebruik maakt van de media en prof Van de Beek van de Vrije Universiteit zijn vonnis van onze moderne cultuur op zo'n vernuftige tekstverwerker uittikt.

Het afscheid van mijn fundamentalistische wereldje hield iets in waarop ik niet was voorbereid. Ik moest mijn zelfverachting onder ogen zien. Het werd een tocht door de woestijn, die ik zonder de hulp van engelen (waaronder een therapeute) niet volbracht zou hebben. Maar de beloning was groot: het beloofde land van de werkelijkheid. Dit hield in dat ik mij niet meer boven de wereld verhief en die afschreef, maar verantwoordehjkheid voor haar aanvaardde. 'Wij zijn allen schuldig en ik meer dan de anderen', schrijft Dostojevsky.
Ik ging de wereld, ondanks het daarin aanwezige kwaad, steeds meer als goed zien, als schepping van God. Dit ging hand in hand met de aanvaarding van imjzelf als ten diepste goed. Voor het eerst kwamen bekende begrippen als vergeving, bevrijding en vernieuwing echt tot leven. En kerst veranderde van een terugblik op de landing van een buitenaards wezen in het feest van het komen van God in de eens zo boze wereld; 'in het vlees' ook in mij.
De paradox van de fundamentalist is dat hij overtuigd is van zijn gelijk, maar leeft in een leugen. Want wat een mens niet in zichzelf onder ogen ziet, schuift onverbiddelijk tussen hem en de werkelijkheid in.
Het cliché 'verbeter de wereld en begin bij jezelf', is aan fundamentalisten niet besteed. En omdat zij niet bij zichzelf beginnen, dreigen zij de wereld aan haar einde te helpen - zie de aanslagen van 11 september - en alle onomzienbare gevolgen van dien. Verre van redders van de mensheid te zijn, is de verschrikkelijke ironie dat zij zélf het satanische Beest worden waarvoor hun profetieën waarschuwen. De projectie van hun zelfhaat op de wereld is de eigenlijke oorzaak van het geweld van fundamentalisten. Andere verklaringen, zoals ressentiment ten aanzien van de hegemonie van de westerse cultuur en hun armoede en ontwikkelingsachterstand, betreffen factoren die deze zelfhaat vergroten en daarmee de neiging om de wereld daarmee op te zadelen. Met al zijn beroep op God, de Bijbel of de Koran, blijft een fundamentalist fundamenteel met zichzelf bezig. Dat is wankele grond om op te staan, wat angst oproept. Aanslagen zoals op de Twin Towers moeten het instortingsgevaar bezweren. Ground Zero is het gevolg van de zero-ground van de fundamentalistische overtuiging.

Jean-Jacques Suurmond


reactie

Hoe fundamentalistisch is Jean-Jacques Suurmond?

Woord & Dienst 16 februari 2002

De heer P. Benard reageert op het artikel "De faalangst van het fundamentalisme-' van Jean-Jacques Suurmond in W&D nr. 24 van 22 december 2001

Het boek 'Een wijze ging voorbij' beschrijft het leven van dr. Abel Herzberg, een jood die het concentratiekamp Bergen-Belsen heeft overleefd. In het boek is zijn uitspraak opgenomen, dat het alleen zin heeft iets te schrijven, als het van binnen 'klik' zegt. Dit gebeurde, toen ik Suurmonds stuk onder ogen kreeg.

Essentie/exces

De vraag rees al spoedig, of hier een terechte beschrijving van het fundamentalisme gegeven werd, of dat er een karikatuur werd voorgeschoteld. Wordt hier niet het gezicht van een beweging geschetst, aan de hand van excessen die altijd voorkomen bij het uitdragen van een nieuw verworven inzicht? En is het niet zo dat er altijd groepen zijn, die dat inzicht onmiddellijk willen exploiteren voor hun dikwijls minder fraaie activiteiten? Denk aan het nazidom.
Dient een beweging niet eerder beoordeeld te worden op basis van haar essenties, dan op basis van de excessen? Moet er niet eerst een onlosmakelijk verband worden aangegeven tussen de essenties met de optredende excessen, voordat er een oordeel wordt geveld? Moet het christendom bijvoorbeeld altijd verbonden worden met een ontsporing als de Kruistochten?
Deze vragen rezen er bij het lezen van de beschrijving van het gebruik van het woord 'fundamentalisme' voor een groep christenen in de Verenigde Staten, die in het begin van de vorige eeuw wilde standhouden onder de opstekende storm van moderne ontwikkelingen. Want behoorde het tot de essentie van hun fundamentalisme, dat (hoe?)velen van hen sympathiseerden met de Ku Klux Clan? En wordt het inzicht van hun volgelingen om te moeten waarschuwen tegen moderne ontwikkelingen niet misbruikt, om extreme vormen van abortusbestrijding goed te praten?

Terecht wordt door Dostojevsky gesteld, dat een mens die de wereld haat, altijd ook zichzelf haat. Maar het gaat me te ver als hiermee zou worden gesuggereerd, dat het fundamentalisme, zoals het zich ontwikkelde in het begin van de vorige eeuw, te verklaren is uit zelfhaat. Dit kan wel van toepassing zijn op de groepen, die van de opvattingen misbruik maakten.
Een persoon als Billy Graham, die zich zeker met het fundamentalisme van het begin van de vorige eeuw verwant voelde, was er maar al te zeer van doordrongen, dat God de wereld zo liefhad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Grahams veroordeling betrof het kwaad in de moderne cultuur en niet de cultuur op zich, zodat bij vrijmoedig van moderne hulpmiddelen gebruik wilde maken. Na de aanslag op de Twin Towers heeft hij verwezen naar de uitspraak van Jezus, toen de toren van Siloam omviel en er achttien mensen omkwamen. De uitspraak 'Indien gij u niet bekeert, zal u iets dergelijks overkomen' dient ons zeker aan te spreken.
Billy Graham was een man die zich niet boven de wereld verhief en haar niet afschreef, maar verantwoordelijkheid voor haar aanvaardde. Evenals de profeten van het Oude Testament en later de apostelen. Maar de wereld zagen ze, hoewel God die goed geschapen had, als liggend in de boze (1 Joh. 5:19), waardoor Gods Zoon moest komen als een licht schijnende in een duistere plaats. Maar ze hebben niet het fundament gelegd dat de mens ten diepste goed is, zoals vele uitspraken van hen getuigen, maar zich gezien als zondaren die vergeving, bevrijding en vernieuwing nodig hadden. Zo kwamen deze begrippen voor hen echt tot leven.
Als men als fundament kiest dat men ten diepste goed is, is men overtuigd van zijn gelijk, maar leeft in een leugen. En als men dit niet onder ogen ziet, schuift dit onverbiddelijk tussen hem en de werkelijkheid in. En oordeelt men niet op basis van essenties, maar op grond van karikaturen. Of is dit een ontsporing, zoals waarop het fundamentalisme wordt beoordeeld c.q. veroordeeld?

David klaagt in Psalm 14, dat er niemand goed is. Paulus gaat hierop door in zijn betoog in Romeinen 3. Jesaja moet van zichzelf zeggen in hoofdstuk 6 van zijn boek, dat hij een man van onreine lippen is en woont temidden van een volk dat onrein van lippen is. En in hoofdstuk 64, dat onze gerechtigheden zijn als een bezoedeld kleed. Marcus citeert Jezus in hoofdstuk 7, waar Hij zegt dat uit het hart van de mens allerlei kwade zaken voortkomen.
Die dit begon te begrijpen, was de filosofe Hannah Arendt. Tijdens het Eichmann-proces deed zij de uitspraak: 'Niet Eichmann staat hier terecht, maar de mens zelf, die rekenschap moet geven omtrent zijn aard'. En Abel Herzberg (PC. Hooftprijs 1972) moest aan het eind van zijn leven concluderen: 'Het is niet de vraag of je je naaste liefhebt, maar of je in staat bent de haat die je tegen je naaste hebt te matigen'.



april 2006

FUNDAMENTALISME   ANGST BINNEN DE PKN

een artikel uit 2006 van onze columnist W.F. Boon


Dit woord kom je de laatste tijd herhaaldelijk tegen. Meteen wordt er gedacht aan moslimfundamentalisme. Vervolgens duikt het op in religieus fundamentalisme. Laatst las ik in NRC Handelsblad een interessante opmerking. Iemand schreef dat je fundamentalisme in Europa, en vooral in Nederland, in een breder verband moet zien. Het gaat hier om een ruk naar rechts in de politiek, in de gedachtenwereld, in de cultuur. De gemeenschap wordt behoudender. Volgens de schrijver van het artikel zijn de onzekerheid in het huidige leven en de spanningen in de maatschappij één van de oorzaken. Dan wil men terug naar het oude, het bekende, het vertrouwde.
Een bewijs voor zijn stelling vond ik in "Vrij Nederland" van 18 februari 2006. Het betreffende bericht had als kop: 'Ketterse Kinderbijbel.' Dominee Nico Ter Linden, de man van 'Het verhaal gaat....,' de hervertelling van de bijbel, enige jaren geleden, heeft een nieuwe kinderbijbel geschreven, getiteld: 'Koning op een ezel.' Dat deed hij op dezelfde manier als met 'Het verhaal gaat.' Hij laat de evangelisten Lucas en Mattheus de belevenissen van Jezus navertellen. Dat doet hij op een luchtige, voor kinderen aanspreekbare wijze. Wandelen op het water, de lichamelijke opstanding kinderen moeten dat als beeldspraak zien. Niet als iets dat in werkelijkheid rond het jaar 20 in onze jaartelling gebeurde.
Dat leidde tot heftig protest van de rechtzinnigen binnen de Protestantse Kerken Nederland. Zij eisten dat Ter Linden door de PKN ter verantwoording moest worden geroepen. Bas Plaisier, het gezicht van het PKN-bestuur naar de buitenwereld toe, stond voor een dilemma. Wel of niet aan dat verzoek voldoen? Tuchtmaatregelen wenste hij niet. Wel nam hij openlijk afstand van Ter Lindens inzichten. De predikant moest zich maar eens laten informeren en instrueren door wetenschappelijke kenners van het bijbellezen.
Nico Ter Linden werd uiteraard vreselijk boos. In het voorwoord had hij zijn werkwijze uiteengezet. Net als bij ‘Het verhaal gaat’ had een panel van bijbelexperts aan diverse universiteiten meegelezen en commentaar geleverd. Ter Linden wil de kinderen van vandaag in hun taal en belevingswereld met de bijbel kennis laten maken. Want ze verlaten de kerk toch al zo vroeg,het geloven vervaagt. Hij wil juist de kinderen voor geloof en kerk behouden.
Maar waarom treedt de PKN zo ruw op? Volgens mij zijn ze zeer bevreesd voor de rechtzinnigen en de hervormden die niet met de PKN zijn meegegaan. Dat zijn de leden van de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk, zo'n 60. 000 personen, verdeeld over 117 gemeentes. Ongeveer tegelijkertijd, op 7 maart 2006, had de PKN de Herstelden van de gemeente Gameren voor de rechtbank te Arnhem gedaagd. Hersteld Gameren moet kerk pastorie en overige bezittingen aan de PKN overdragen. Zo bestookt men elkaar met juridische processen om met harde hand ‘de boel bijelkaar te houden,’ een gezegde van Job Cohen, burgemeester van Amsterdam. Alleen: hij bedoelt: met zachte hand. Uit onzekerheid en angst voor nog meer ledenverlies kiest men blijkbaar deze strakke lijn.
Een van de beleidspunten van de PKN is dat een steeds groter wordende groep mensen in Nederland het evangelie hoort en gelooft, ook via moderne communicatiemiddelen (Algemeen Doopsgezind Weekblad, 26 nov. 2005). Maar in dit geval telt het woordje ‘modern’ even niet. Het Christendom wordt bepaald door de liefde. Die liefde is kennelijk met voorjaarsvakantie elders in Europa.
Vrij Nederland vroeg Bas Plaisier van de PKN om commentaar. De woordvoerder namens de PKN betreurt het gebeurde. Dominee Plaisier wil graag met Nico Ter Linden spreken. Dat gesprek voert hij liever niet via de publiciteit. Nico Ter Linden zal dit wel een laffe uitvlucht vinden. Want Plaisier heeft het begin van de affaire wel besproken in het ‘Nederlands Dagblad,’ een krant voor de behoudende hervormden en gereformeerden.

W.F. Boon, Sliedrecht

Iets over mijzelf

Na een dertigjarig predikantschap in verschillende lutherse kerkgemeenten kan ik mijzelf karakteriseren als voorganger en voorzanger

Het voorzangerschap kreeg er in Dordrecht een dimensie bij: mijn plaats als cantor in de Interkerkelijke Schola Cantorum Dordrecht e.o.. Door mijn initiatief is dit gregoriaanse koor in 1984 opgericht.