
Incarnatie volgens de Nieuwe Bijbel-Vertaling
Overbekende teksten moesten in de Nieuwe Bijbel-Vertaling opnieuw
vertaald worden.
In het Kerstevangelie ontbreken de herberg en de kribbe. Maar ook
een zeer belangrijke tekst als: ‘Het Woord is vlees geworden...'
Joh. 1:14 lijkt zijn langste tijd gehad te hebben. Wat te denken van
de nieuwe vertaling: ‘Het Woord is mens geworden...' ?
Is deze vertaling fout? Dat niet, want ‘vlees' is inderdaad
de mens. Maar het is wel een betiteling van de mens die we niet kunnen
veronachtzamen.
‘Vlees' is de mens is zijn/haar verlorenheid, los van God, varend
op het eigen kompas van het zelfverzekerde ik. Het is geen positieve,
optimistische uitbeelding van het mens-zijn.
Wie vertaalt: ‘Het Woord is mens geworden,' komt niet uit boven
een algemene term: de mens.
Het gevaar is dat iedereen daar een eigen invulling aan geeft.
De vleeswording van het Woord betekent, dat de Heer zélf is gekomen in het verloren, schuldige bestaan van de mens. De brief aan de Hebreeen, 1:17, predikt dat in Christus hij in alles aan ons gelijk is geworden; maar dit zonder zonde, 4:15.
Het is een bekende uitspraak van de (ooit luthers geweest zijnde)
ds H.F. Kohlbrugge: ‘De prediking kan Christus niet diep genoeg
het vlees in trekken.' Die prediking is intens en rijk...
W. Baan