Geschiedenis van de Gemeente

Luther was een augustijner monnik, en het is aardig dat in Dordrecht al enkele eeuwen vóór hem een augustijner klooster heeft gestaan. Op de grond die eenmaal behoorde tot het bezit van dat klooster, staat het lutherse kerkgebouw dat thans in gebruik is!

Onder invloed van de toonaangevende lutherse gemeente te Amsterdam kreeg ook in Dordrecht het Lutheranisme enige aanhang. Er waren al lutheranen in de zestiende eeuw, voor het merendeel afkomstig uit Antwerpen. De kerkenraad van de calvinistische kerk in Dordrecht klaagde rond 1600 over lutherse kerkdiensten.
In de beginjaren van de lutherse Gemeente telde de stad Dordrecht ongeveer 20.000 inwoners. Het aantal lutheranen in die tijd is onbekend, maar zal klein geweest zijn. In 1615 waren het er 10 à 15. Zelf konden zij geen vaste predikant betalen. In 1620 kwam Rudolphus Heggerus, op kosten van de Amsterdamse lutheranen. Maar daarmee was de jonge kerkgemeenschap niet uit de problemen. Het Dordtse gemeentebestuur was op de hand van de gereformeerden en weigerde de lutheranen vrijheid van godsdienstoefening.
In de loop van de zeventiende eeuw kwamen lutheranen uit Duitsland in Dordrecht wonen. Zij dreven handel of richtten een bedrijf op. Lutherse bijeenkomsten vonden plaats aan huis, zeer tot ongenoegen van de calvinistische kerkenraad. Maar de lutheranen bleven bij de stadsbestuurders aandringen op godsdienstvrijheid.
Pas in 1689 realiseerden de bestuurders zich, dat de weigering, vrijheid van godsdienstoefening te verlenen, economische schade aan de stad kon berokkenen. Frederik Mühlhoff dreigde zijn suikerraffinaderij uit de stad weg te halen.

'Resolutie' klik om te vergroten
Resolutie, eerste pagina
klik om te vergroten

In een Resolutie, ondertekend door Johan de Witt, wordt duidelijk gesteld dat het economische motief de doorslag had gegeven om in te stemmen met het verzoek van de 'Ledematen van de Augsburgse Confessie.
In hetzelfde jaar mochten de lutheranen het Kisthuis in gebruik nemen, op voorwaarde dat zij het gebouw op eigen kosten geschikt zouden maken. Op 5 maart 1690 werd het in gebruik genomen in een Eredienst 'waerbij veel volcks van diverse gesintheden toehoorende was'. Voorganger was ds Wesling uit Amsterdam.
Er werden lutherse kerkbestuursleden gekozen, en een kerkdienaar aangesteld die ging werken als voorzanger, voorlezer, koster, ziekentrooster, schoolmeester en catecheet. Kort daarop werd een predikant beroepen.
Er waren 64 communicanten in de eerste Avondmaalsdienst. Een eeuw later waren er tussen de 200 en 300 lidmaten.


De 'ligging' van de Gemeente

De lutheranen in Dordrecht waren niet star in de leer. Zij noemden zich wel 'toegedaan de onveranderde Augsburgse Confessie', maar prediking en sfeer waren meer piëtistisch dan dogmatisch. Ds. Lodewijk Dögen, predikant van 1695 tot 1724 te Dordrecht, is naar alle waarschijnlijkheid auteur van een boekje waarin hij de verzoening tussen lutheranen en calvinisten bepleitte.
De predikanten in de 18de en 19de eeuw waren aanhangers van het 'verlichte christendom'. Dat wil zeggen dat zij het geloof in overeenstemming met het gebruik van het menselijke verstand trachtten te brengen.
Opmerkelijk is, dat de scheuring van het lutherse kerkgenootschap in 1791 aan Dordrecht voorbij is gegaan. Maar indirect kregen de Dordtenaren er wel mee te maken: hun filiaalgemeente Gorinchem sloot zich aan bij de Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk.


voorgevel sinds de 19de eeuw

In de tijd van de scheuring waren de Dordtse lutheranen in de politiek meest patriotten, want die richting verdedigde de gelijkheid der godsdiensten.

In de 19de en eerste helft van de 20ste eeuw waren de voorgangers van vrijzinnige signatuur. In de tweede helft van de vorige eeuw werden ook orthodoxe predikanten beroepen, maar de vrijzinnigheid heeft altijd zijn plaats behouden in de Gemeente.


J.J. Kornet te Dordrecht,
later mevr. J. van der Linden-Kornet.

  uit: Dr C.Ch.G. Visser,
  'De Lutheranen in Nederland',
  onderschrift noch herkomst.

Aan stijl en eigen gebruiken heeft het de Gemeente nooit ontbroken. Tot de dag van vandaag weten de oudste gemeenteleden zich de confirmatieplechtigheid te herinneren waarin de vrouwelijke kandidaten gesluierd waren - zie de foto's hiernaast, die u kunt vergroten. Dit gebruik werd tot in de vorige eeuw gepraktiseerd.
Het karakter van de Gemeente in de 21ste eeuw heeft nog steeds overeenkomst met dat uit voorgaande eeuwen:
niet dogmatisch maar wel respectvol jegens de traditie; aandacht voor het katholieke (= algemene) van de Kerk zonder de individualiteit van de gelovige tekort te doen; grote betrokkenheid op het kerkgebouw als plaats van ontmoeting met God en met elkaar. Kerkenraad, predikant en gemeenteleden staan open voor contacten met hervormde en gereformeerde protestanten in de regio. Wel is er reserve jegens de grootschaligheid van de landelijke kerkfusie.

W. Baan

Bronnen:

Dr. J.W. Pont, De Luthersche Kerken in Nederland, Amsterdam 1929
Dr. C.Ch.G. Visser, De Lutheranen in Nederland, 1983
Drs Th.A.. Fafié (red.), Hoe het Lutherde in Nederland, 1997
Geschiedenis van Dordrecht dl. 2, 1572-1813, Stadsarchief Dordrecht 1998


meer materiaal op deze site :
De geschiedenis van de lutherse gemeenten, Kerkinformatie 1995
Dr C.Ch.G. Visser: Nederlands Lutheranisme, eigen kenmerken bepaald door haar geschiedenis, verschenen in: ELK 9 juni 1989