pkn voortzetting van ... ?
juni 2004
Met veel toelichten en verklaren moeten kerkenraden aan hun gemeenteleden
uitleggen dat een evang.-lutherse gemeente plaatselijk haar eigen
naam mag blijven houden, maar dat landelijk de evang.-lutherse kerk
geen zelfstandig bestaan meer heeft – zodat deze naam eigenlijk
niet meer gebruikt kan worden.
De meest gestelde vraag die ik krijg, is: wij blijven toch nog wel
een lutherse gemeente? Het antwoord is: ‘Ja!’ Wij doen
niet mee aan het (kerk-)politiek correcte gepraat dat het onbelangrijk
is welke naam een plaatselijke kerkelijke gemeenschap draagt.
Maar waar is de lutherse landskerk dan gebleven?
Die wordt (volgens de besluiten van de drie synoden) voortgezet door
de Protestantse Kerk in Nederland, de pkn. Maar wat raar dat een brief
van 17 juni jl., gericht aan alle predikanten van de pkn, de pkn ‘een
voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk’ noemt...
Op mijn verbazing zou kunnen worden gereageerd door te stellen: ja
maar, deze benaming is bedoeld voor de 41 predikanten die definitief
hebben aangegeven, geen predikant in de pkn te willen zijn. Die 41
zijn hervormde predikanten.
Toch vind ik dat de pkn te allen tijde en in welk verband ook op correcte
wijze beschreven moet worden, wanneer beschrijving nodig is. Dan wordt
de indruk voorkomen, als zou de pkn eigenlijk een hervormde aangelegenheid
zijn.
Twee soorten hervormd...
mei 2004
Kunt u het nog volgen? De leiding van de pkn, in Utrecht residerende,
bereidt een proces voor tegen de bovengenoemde streng-orthodoxe Gemeenten
die samen de naam Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk hebben aangenomen.
Dit is voor de pkn-leiders onaanvaardbaar. De pkn is, zeggen zij,
de enige echte voortzetting van de vroegere Ned. Hervormde Kerk. Deze
naam is notarieel vastgelegd voordat de pkn tot stand kwam.
Toch zijn er nog vele honderden Gemeenten die deel uit maken van de
pkn en gewoon ‘Hervormde Gemeente’ blijven heten. Vandaar
mijn vraag: kunt u het nog volgen...?
Het zou verwarrend zijn, zegt de pkn-leiding, wanneer er naast de
pkn een kerkgenootschap zou bestaan dat ‘hervormd’ heet.
Maar zelf vindt de pkn-leiding het normaal, dat er plaatselijk wel
aparte Gemeenten bestaan die onderdeel van de pkn zijn, maar toch
hervormd blijven heten omdat ze plaatselijk niet met een gereformeerde
en/of lutherse Gemeente gefuseerd zijn tot ‘Protestantse Gemeente.’
Protestantse Gemeente kan een nieuwe - dus vierde - plaatselijke Gemeente
zijn... Alsof dat niet verwarrend is!
Dezelfde narigheid zit er aan te komen rond de naam ‘gereformeerd.’
Typisch overigens dat al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw
in vele plaatsen twee aparte kerken bestaan die zich allebei gereformeerd
noemen. Maar de ene is gereformeerd in het synodeverband van de Doleantie
(1888) en de andere is gereformeerd vrijgemaakt (de artikel 31 kerken
sinds 1944). Om verwarring te voorkomen gebruikt de laatste toch wel
de bijnaam ‘vrijgemaakt,’ maar noemt zich officieel ‘gereformeerd.’
Waarom kunnen hervormden en hersteld-hervormden ook niet zo naast
elkaar verder gaan? Maar nee, de pkn-leiding bereidt een proces voor.
Onthullend en beschamend.
Oecumene: van drie naar vier soorten ...
maart 2004
Menigeen (kerkmens of buitenkerkelijke) vraagt mij naar de praktische
gevolgen van de fusie tussen de Gereformeerde Kerken in Nederland,
de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evang.-Lutherse Kerk in Nederland.
Men ziet in de eigen woonplaats er helemaal niets van! Maar in het
naburige dorp is er een ‘Protestantse Gemeente’ in de
maak... Is er ineens een vierde soort Gemeente bijgekomen?
Inderdaad, dat is bevreemdend. Maar dat komt omdat de top van de drie
kerkgenootschappen tot fusie besloot, terwijl veel dorpen, regio’s
en steden nog aparte kerkelijke Gemeenten hebben.
Wat is een Protestantse Gemeente? Een Gemeente waarbinnen twee of
drie van de genoemde kerkgemeenschappen één zijn. Maar
de buitenstaander begrijpt er weinig van. Naast een Protestantse Gemeente
kan er nog een aparte gereformeerde, hervormde of lutherse Gemeente
voorkomen. Is die dan ineens niet protestants meer...?
Wat een pretentie trouwens, om zich Protestantse Gemeente te noemen...
Wie niet meedoet, verliest blijkbaar het recht om zich protestants
te noemen...
DE FUSIE – BEZWAREN EN TEGENSTANDERS
september 2003
Het is een weerkerende arbeid: vragen beantwoorden over de voorgenomen
fusie van het gereformeerde, hervormde en lutherse kerkgenootschap,
samen de pkn (= Protestantse Kerk in Nederland) als alles gaat zoals
de Triosynode het wenst.
Veel aandacht is er in onze Gemeente voor de vóórs en
tegens van de fusie. Het is voor lutheranen toch telkens wennen: gereformeerden
zijn niet meer die strenge lieden waar niks mag en de hele bijbel
letterlijk genomen wordt. Maar nog groter is de verbazing om het karakter
van de hervormde kerk: daar is een grote, immer groeiende minderheid
die zich ‘Gereformeerde Bond’ noemt.
Aanvankelijk zag het er naar uit dat de Bond zich van de fusie afzijdig
zou houden. Een scheuring in de hervormde kerk dreigde. Maar de Bond
neemt zijn uitgangspunt serieus: verdediging en verbreiding van de
waarheid in de Ned. Hervormde Kerk, en redeneert: als de pkn de voortzetting
van de hervormde kerk is, dan horen wij daar onze arbeid voort te
zetten.
Individuele tegenstanders blijven er altijd. Zij hebben zich verenigd
in het Comité tot behoud der Ned. Hervormde Kerk. Zij willen
naam en zelfstandigheid van hun kerk niet opgeven.
De hervormde synode doet thans veel moeite om deze verontrusten er
bij te behouden. Het gaat om heel wat Gemeenten die rijk zijn en
veel leden hebben. Maar sommigen procederen tegen de synode om het
beheer van hun bezittingen zelfstandig voort te zetten. Deze streng-calvinistische
Gemeenten hebben grote moeite met onze visie op de Belijdenis (of
beter, op het ontbreken daarvan bij ons...), op onze Erediensten en
op onze soepele omgang met ethische vraagstukken. Dit gaat een groot
probleem worden in de aanstaande fusiekerk. Onze synode stelt zich
veel voor van de classis als plaats van ontmoeting tussen de andersdenkenden.
De praktijk zal wel zijn: het beleefd en vrijblijvend uitwisselen
van standpunten. Maar een geestelijke eenheid zal er nooit komen.
De gereformeerden worstelen met andere problemen. Een behoorlijk
groot aantal Gemeenten is er achter gekomen (wel wat laat natuurlijk),
dat in de pkn het gedaan is met de plaatselijke zelfstandigheid. Na
veel discussie en stemronden in de synode hebben de Gereformeerde
Kerken in Nederland bedongen, dat zij gedurende vijf jaar nadat de
pkn een feit is, het recht behouden om met medename van hun bezit
zich los te maken uit de fusiekerk.
Deze ‘vrijheid’ wordt jaloers bezien door sommige uiterst
conservatieve hervormde Gemeenten die zich deze zelfstandigheid ook
gewenst hadden.
Is de hervormde kerk al een lappendeken, ook de gereformeerden hebben inmiddels een zo gevarieerd voorkomen, dat je er nergens meer de strenge kerken van Abraham Kuyper aantreft. Ultra-vrijzinnigheid komt voor, maar ook een blijmoedig evangelikaal gemeenteleven met een opwekkingsliturgie ‘made in America.’
Wat praat men over eenheid? Is één organisatie soms
de garantie van die eenheid?
Mij lijkt het beste, trouw te blijven aan de plaats waar wij gesteld
zijn, en samen te werken indien de geïnvesteerde energie aantoonbaar
resultaten oplevert.
W. Baan