In Memoriam Arie Johannes Vermeulen
geboren 14 februari 1939 te Dordrecht
gestorven 25 oktober 2001 te Dordrecht
Een jonge dominee, 27
jaar, en een voorzitter van de lutherse kerkenraad, 42 jaar – zo leerden
wij elkaar kennen, 1981, in de lutherse kerk te Dordrecht.
Die voorzitter voelde mij haarfijn aan.
Een jonge dominee, zoekend naar zijn ambtelijke identiteit... ‘Meneer
Baan,' – op die manier sprak hij mij aan. ‘Meneer Vermeulen' was hij voor
mij.
De titel dominee lag hem niet, en die gebruikte hij nooit om mij aan te
spreken. Het maakte niet uit, het kwam misschien omdat hij was opgegroeid
in een onkerkelijk gezin.
‘Meneer Vermeulen' is hij altijd voor mij gebleven.
Respect... en dat bleef, ook toen de vertrouwelijkheid groter en groter
werd.
Hij was voorzitter van de kerkenraad geworden. Dat word je als je boven
de partijen kunt staan.
Partijen waren er in die kleine kerkelijke gemeente. Hij was voorzichtig
in het naar voren brengen van zijn eigen mening. Kwam het daarom dat er
niet altijd naar hem werd geluisterd...?
Maar hij werd wel gerespecteerd.
Meneer Vermeulen probeerde op rustige manier de partijen te wijzen op
wat we in de kerk horen, wat we bidden, wat we zingen.
Bewust beleefde hij de Liturgie en verwerkte hij de woorden van de liederen.
Gezang 477 sprak hem bovenmate aan:
Geest van hierboven. leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht.
Over dit lied zei hij:
‘Als die kerkleden nu eens zich echt inleven in wat ze zingen dan zouden
ze niet zo tegen over elkaar staan.'
Meneer Vermeulen leed echt, lichamelijk, onder de tegenstellingen en
spanningen in de gemeente.
Hij was nooit een toonbeeld van lichamelijke gezondheid – en toen zeker
niet...
Met zijn geestelijke gezondheid was niks mis.
Ik ben hem in de loop der jaren steeds meer gaan waarderen.
Hij kende de lutherse identiteit – maar hij had een veel bredere visie.
Of beter nog dan verbreding is het woord diepgang.
Diepgang is een vrucht van spiritualiteit, en het woord spiritualiteit
bevat het woord spiritus, geest.
Geest van hierboven, zeker, dat is de Geest van God uit het gezangvers
van zo-even.
Maar meneer Vermeulen was ook in staat, de mensengeest er bij te betrekken.
Ik citeer uit iets wat hij begin dit jaar heeft geschreven, een soort
geestelijk testament: God is geest en geest wordt door alle mensen gedeeld.
Hier is verbinding, hier is saamhorigheid van mensen, van spirituele overtuigingen
en godsdiensten.
Verbinding – ook met het aardse.
Denken we eerst aan zijn grote liefde voor de natuur. Ik weet zeker dat hij de natuurlijke
gesteldheid op deze dag zou hebben aangevoeld: de natuur maakt zich op om de winter in te gaan, maar het gebeurt
vandaag op een rustige, aangename manier.
aangevoeld
Die natuurliefde kon hij verbinden met zijn geloofsovertuiging.
Ook dat is verbinding; te zien dat God zijn schepping voortstuwt naar
een voleinding, ondanks het prutsen en knoeien van mensen.
Hij kwam geschriften op het spoor zoals het Evangelie van Thomas en gnostische
ideeën.
Interesse voor de Katharen, de antroposofie, oosterse theosofie, het was
een logisch vervolg.
Praktische uitwerking gaf meneer Vermeulen er aan, door zich bezig te
houden met halfedelgesteenten en de krachten die zulke stenen doorgeven,
en bijvoorbeeld met yoga.
Het was leerzaam en verrijkend om naar hem te luisteren. Of je het er
mee eens was, dat was niet het belangrijkste. Het tekent ook de ruimte
die hij een ander gaf.
Juist door hem ben ik met andere ogen naar de gnostiek en de gnostici
gaan kijken.
In de lutherse rechtzinnigheid valt het oordeel al te snel: ketterij en
ketters !
Maar dat hier ook oprechte persoonlijkheden bij waren met een even oprechte
overtuiging, dat ben ik pas me bewust geworden door het contact met meneer
Vermeulen.
Mensen met een open geest. Mensen ook die oprecht zoeken, die het niet
kunnen vinden bij vastgelegde leerstellingen.
Zijn interesse voor de Katharen is illustratief.
Zij waren christenen in de Middeleeuwen die wreed vervolgd werden en zich
regelmatig schuil moesten houden. Want ze weigerden aan de leiband te
lopen van de paus en de bisschoppen.
Ze waren teruggetrokken, hadden geen grote mond en leefden in grote eenvoud,
dicht bij de natuur.
Een vergelijkbare oprechte levensinstelling heb ik steeds bij meneer Vermeulen
bemerkt.
Daarom heeft één preek van mij hem bovenal aangesproken: over Jezus die
in zijn Bergrede zegt: ‘Weest niet bezorgd.'
‘Weest niet bezorgd' gesproken tot Jezus' oprechte leerlingen.
Het is de levenspraktijk van de Katharen geweest. ‘Weest niet bezorgd'
– ja want alleen dan houd je het vol in zware tijden.
Heb vertrouwen dat je door God geliefd bent, want, je deelt in zijn goddelijke
geest. Heb vertrouwen dat je met de mensen om je heen diezelfde geest
deelt. Ook dat de liefde van die geest alle kwaad zal overwinnen.
Vertrouwen dat je leven een bestemming heeft want het is een geschenk
van het goddelijke universum.
Nogmaals spreek ik mijn grote waardering en dank uit voor wie meneer
Vermeulen voor mij geweest is. Ik spreek voor mezelf nu, wanneer ik zeg
dat ik mij altijd op mijn gemak gevoeld heb bij hem. Een man die rustig
kon luisteren, die ook rustig zijn mening gaf. Nooit ging hij te ver,
hij heeft nooit de pretentie gevoerd, de kerkelijke problemen op te lossen.
Maar wanneer ik bij hem was, wist ik: dit is een betrouwbaar mens, hier
kan ik veilig zijn. Dat is wat waard!
Betrouwbaarheid en geloof horen bij elkaar.
Geloof is letterlijk: vertrouwen. Het is een woord van relatie, van verbinding.
Dan nu, een woord van dank, bewust uitgesproken met een woordkeus in
zijn stijl: ik dank het goddelijke universum voor het leven van Arie Vermeulen
!
We gaan nu naar de muziek van dat kerkgezang, 477, luisteren.
Meneer Vermeulen heeft mij een keer gezegd: we moeten dat lied maar vaak
zingen. De woorden daarvan worden gedragen door een prachtige melodie
en die gaan wij nu horen –