Preken over teksten uit de klassieke lutherse pericopen


hiernaast kunt u een periode kiezen

De preken op deze website zijn gerangschikt volgens de klassieke lutherse indeling van het kerkelijk jaar. Open de lijst hier rechts, gebruik het kleine schuifbalkje en klik op een tijdvak.

Hieronder volgt een recent gehouden preek.

Jeremia 8 en 9 selectie
Galaten 5:26,26 - 6:1-5
lees deze teksten: klik hier

Draagt elkaars gewichtigheden

Het ging niet goed in de christelijke gemeente van Galatië. Het goede verstaan en het goed in de praktijk brengen van het Evangelie stonden op het spel.
Op de christelijke gemeente die wij vormen, is ook wat aan te merken.
Daarom hebben wij dat schriftgedeelte uit de Galatenbrief gehoord.
Je loopt in dat kleine stukje uit de Galatenbrief wel tegen een probleem aan.

In de oude, bekende vertalingen: de Statenvertaling, Lutherbijbel en andere, lijken een tweetal teksten elkaar tegen te spreken. Ik zeg met nadruk: teksten die elkaar lijken tegen te spreken. Want dit is een kwestie van vertalen.
In hoofdstuk zes vers twee lees je de woorden: draagt elkanders lasten.
Maar wat moet je dan met enkele verzen verder, vers vijf, waar je leest: maar een ieder zal zijn eigen last dragen... ?
Hoe kan dat samengaan? Eerst: u moet elkaars lasten dragen – en even later: maar ieder moet zijn eigen last dragen... .

Hetzelfde kan hier niet de opzet zijn. Er worden in het origineel, in de Griekse tekst, twee verschillende woorden gebruikt.
Wat denkt u van: verdraagt elkanders moeilijkheden. Maar, moeilijkheden en lasten – de strekking van die woorden is niet zo verschillend.
De Naardense Bijbel, gemaakt door een voormalig lutherse predikant, Pieter Oussoren, vermijdt in beide teksten hetzelfde woord ‘last.'
Het gaat als volgt:

2 Verdraagt elkaars lastigheden;
   zó zult ge Christus' wet vervullen.
3 Want als iemand meent iets te zijn
   terwijl hij niets is,
   bedriegt hij zichzelf.
4 Nee, laat ieder zijn eigen werk toetsen,
   en dán zal hij zijn lof
   vóór zich houden
   en niet naar de ander…,
5 want ieder zal zijn eigen vrachtje dragen.

Dus eerst: ‘verdraagt elkaars lastigheden.' Dan, in die andere tekst: ‘ieder zal zijn eigen vrachtje dragen.'
Lastigheden – een mooie vertaling, gekozen misschien omdat die dat woord ‘last' in ere houdt.
Lastigheden. Want het gaat om gelovigen die iets afkeurenswaardigs hebben gedaan.
De andere leden van de christelijke gemeente krijgen dan van Paulus de waarschuwing: jullie mogen je niet verheffen boven zulke medegelovigen. Draagt hun lastigheden.
Lastigheden. In de grondbetekenis, in de wortel van dit woord, zit het idee van zwaarte.
Lastigheden, en je zou ook kunnen vertalen: gewichtigheden.

Gewichtigheden – daarmee kunnen wij elkaar in de christelijke gemeente behoorlijk dwarszitten.
In de tijd dat ik leraar was, kwam ik vaak als gast in kloosters. Ik herinner me een gesprek waarbij een monnik aanwezig was. Eén van de gasten vroeg aan de monnik: "Pater, wat is nu het moeilijkste voor u in dit klooster? Waar tilt u het zwaarste aan?"
De monnik hoefde niet lang na te denken. Hij antwoordde: "Het zwaarste? De andere monniken."
Wij, de gasten, keken verbouwereerd.
De monnik zei: "Tja, wat denken jullie dan? We zitten hier met meer dan 30 man, dicht bij elkaar, dat is soms best moeilijk."

Lastigheden, gewichtigheden, ja, daar kun je soms zwaar aan tillen.
Paulus schrijft: ‘Iemand die meent iets te betekenen, terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf.'
O, u en ik krijgen dus te horen dat wij wel eens niets kunnen zijn...? Maar luister goed, Paulus richt zich heel specifiek op sommige kerkleden: die mensen waar zwarigheden, lastigheden, gewichtigheden vandaan komen.
Gewichtigheden, zaken en werkzaamheden die u of ik heel gewichtig vinden. Kennen wij onszelf goed, vrijwilligers, kerkenraadsleden, predikant, zijn wij niet te veel overtuigd van de gewichtigheid van het werk dat wij hier doen?
Het ego ligt op de loer.

Het ego is verraderlijk: het is onze eigen schepping, een schepping van onszelf. Ons zelfbeeld, om ons te handhaven, onze onvrede op anderen af te schuiven.
De god van ons ego is een valse, eigengemaakt god.

Misschien vind u dit voorgaande te psychologisch.
U hebt Paulus mee, maar, die wil méér en radicaler.
Zijn opdracht was: het schrijven van evangelische woorden, christusprediking.
Christgelovigen psychologisch doorlichten is zijn bedoeling niet en wij moeten dat ook niet willen.
Paulus wil dat wij als christgelovigen naar onszelf kijken. Niet eerst naar anderen en daar commentaar op hebben. Eerst naar jezelf kijken.
Hoe gaat u, hoe ga ik om met kritiek en met lof?

Misschien weet u nog wie wijlen Johanna de Nood was. Zij vulde en vervaardigde jarenlang het kerkblad.
In een voorwoord op de inhoud las ik een gezegde: ‘Hebt u kritiek, vertelt het mij; hebt u lof, vertelt het anderen.'
Ja, kritiek kan hard aankomen. Het kan een zware last zijn, een gewicht waaraan je zwaar tilt. Vooral als die niet rechtstreeks aan u of mij gericht wordt.
Dus: ‘Hebt u kritiek, vertelt het mij.'
Van kritiek kunnen wij alleen iets leren, als die kritiek rechtstreeks aan u of mij geleverd wordt.
Dan dat tweede deel van dit gezegde:
‘Hebt u lof, vertelt het anderen.'
Dit past goed bij de voorgelezen teksten uit de Galatenbrief: jij moet zelf je eigen roem stil houden.
Dus: geen gewichtigheden waarvan u of ik vinden dat anderen dat goed moeten beseffen. Houdt uw tevredenheid over uzelf en uw gewichtige werk – houdt uw eigen tevredenheid bij uzelf.
Dit is dan het spiegelbeeld van dat eerste, dat u uw kritiek juist niet bij uw eigen, zelfgekozen kring moet blijven. Spreek die kritiek uit jegens degene met wie u moeite hebt.

In zijn vermaning is Paulus radicaal.
Radicaal, hij breekt in zijn woorden elk ego tot de grond toe af. Maar niet als een psycholoog, maar als een prediker van Christus.
Hij begint met zelfkritiek: hij erkent achteraf de verraderlijkheid van zijn ego, want: hij kan zeggen dat dit ego niet meer leeft... .
In een vorig hoofdstuk van de brief zegt hij: ‘Ik leef, maar niet ik, maar Christus leeft in mij.' Gal. 2, 20.

Als we dat horen, dan is de vraag legitiem: maar hoe dan, hoe gaat dat dan?
Er is in menig bijbelboek een symbool, een zinnebeeld, en dat is het hart.
Het hart dat bij het ego hoort, is van steen. Het pantsert zich jegens de anderen, want de anderen zijn schuldig, die zitten fout.

Bij monde van de profeet Ezechiël doet de Heere-God een belofte: ‘Ik zal het stenen hart uit u wegnemen en daarvoor in de plaats een hart van vlees geven.'
Dat hart van vlees, dat is als het ware de zetel van Christus die in ons leeft.
Een hart van vlees is zacht en kwetsbaar, en zo heeft ook Christus geleefd. Zelfs wanneer hij scherpe strenge woorden gebruikte, want ook zo stelde hij zich kwetsbaar op. Altijd zocht hij de verbinding, nooit heeft hij zich van zijn geloofsgenoten afgescheiden.
Hij heeft hun zwarigheden en gewichtigheden gedragen.

Gedragen, dragen – het Griekse woord is hetzelfde als het dragen van het kruis.
Het hart van vlees heeft het zwaar: want het moet een zwaar kruis dragen. Het snijdt in het tere vlees.
Denk niet dat het kruis dragen achter de rug is of iets dat enkel Christus betreft. Ook zijn gemeente draagt het kruis. Christus zegt: ‘Wie achter mij wil komen, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen en mij volgen.' Het betreft ons allemaal stuk voor stuk: gemeenteleden, kerkenraadsleden, predikant.
Elk zal de lastigheden, de gewichtigheden van de anderen moeten dragen. Het is de weg van Christus: over hem zegt de Hebreeënbrief: Christus heeft zijn kruis op zich genomen en aan de schande voorbij gezien. Hebr. 12, 2.
De apostel Petrus zegt, dat Christus, wanneer hij uitgescholden werd, niet terug schold en wanneer hij moest lijden, zich niet met dreigementen verdedigde. 1 P 2, 23.
Deze Christus met deze gezindheid, vraagt toegang tot ons aller hart.
Hoe zullen wij dan een kerkgemeente zijn, samen?

Wij nemen ter harte – ja, in het hart van vlees – dat wij respect voor elkaar hebben.
Draagt elkanders zwarigheden, gewichtigheden: het kan alleen als wij respect voor de ander hebben; de ander met zijn of haar gewichtigheden. Als gemeenteleden, leden van Christus' lichaam, mogen dan wij ook respect van de ander verwachten. Dan krijgt niemands ego een kans, en komt er plaats voor Christus in ons.
Respect voor de ander: denk aan Christus die ons heeft liefgehad – zijn leven gegeven voor ons...
Hoe groot was het respect dat hij voor ons heeft gehad... .

Je kunt een ander niet veranderen.
Maar je kunt wel de ander respecteren: iemand hoog- houden, zijn/haar sterke kanten naar voren halen.
Je kunt een ander niet veranderen, maar wel zelf openstaan voor eigen verandering.
Het hart van vlees is daarvoor open. Daar is een bijbels woord voor: wedergeboorte. Het ego gaat ten onder, Christus staat op.
Wanneer Christus in onze harten leeft en onze woorden en daden stempelt, dan zal ons ego slinken, wegschrompelen.

Wij zijn hier samen met een positief uitgangspunt: dat wij de gemeente van Christus bent, bij elkaar gebracht door Gods bevrijdende Woord. Dat Woord is Christus, u gepredikt door de verkondiging en bekrachtigd door de sacramenten van Doop en Avondmaal. Christus, die uit diep respect voor ons, door zijn liefde, voor ons geleden heeft – waarvan wij nu belijdend zingen: Lied 651

richinggevende teksten in de liturgie van deze zondag:

Jeremia 8 en 9, daarvan een selectie, in eigen vertaling:

8, 4-6  Zeg tot hen: zo zegt de HEER:
Vallen zij en staan zij niet meer op?
Of keert iemand zich af en keert hij niet meer terug?

5  Waarom blijft het afkerig
dit volk, Jeruzalem;
met gedurige afkerigheid,
houden zij vast aan bedrog,
weigeren terug te keren?

6  Ik merk op en ik hoor -
daar is geen sprake van !
Geen mens heeft spijt van zijn kwaad
zeggend: wat heb ik gedaan !
Alles blijft afkerig in hun eigen draven
als paarden voortbruisend in de strijd.

11  Zij denken de verbreking van de dochter mijns volks
te genezen op het lichtst
zeggend: vrede, vrede !
Maar er is geen vrede.

9, 3-5 22-23
3  Elk moet voor zijn naaste oppassen, en elke broeder niet vertrouwen, want elke broeder haalt u onderuit, ja onderuit, en elke naaste gaat als een lasteraar rond.

4  en elk bespot zijn naaste,
en waarheid spreken zijn niet;
zij hebben hun tong geleerd,
leugen te spreken.

Zij hebben zich uitgeput in draaierij,
is de uitspraak van de Heer.

5  U zit daar midden in bedrog,
in hun bedrog hebben zij geweigerd
Mij te kennen,
is de uitspraak van de Heer.

22  Zo spreekt de Heer,
een wijze beroeme zich niet op zijn wijsheid,
en een held beroeme zich niet op zijn heldhaftigheid,
en een rijke beroeme zich niet op zijn rijkdom;
22  nee, maar laat hierop zich beroemen
wie roemt,
inzicht en kennis te hebben van Mij,
dat ik de Heer ben,
die verbondstrouw,
recht en gerechtigheid
bewijst op aarde.
Ja in die dingen
heb Ik welbehagen,
is de uitspraak van de Heer.

Eén van de vaste Epistellezingen uit het Lutherse ordinarium:

Galaten 5, 25-26 en 6, 1-5 (Nieuwe Bijbel Vertaling)

25  Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst.

26  laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwars zetten en elkaar geen kwaad hart toedragen.

1  broeders en zusters, wanneer u merkt dat één van de een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen.

Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid.

2  Draag elkaars lasten, zo leeft u de wet van Christus na.


3  Wie denkt dat hij iets is terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf.


4  Laat iedereen zijn eigen daden toetsen, dan heeft hij misschien iets om trots op te zijn, zonder zich er bij anderen op te laten voorstaan. Want ieder mens moet zijn eigen verantwoordelijkheid dragen.

ELG Zierikzee, 6 oktober 2024

Waarom vaste lezingen?

Een vaak gehoorde kritiek: wanneer elke zondag haar vaste schriftlezingen heeft, zullen trouwe kerkgangers nooit prediking uit de volledige bijbel horen

Toch is de keuze van de klassieke liturgisten zo goed, dat alle aspecten van het evangelie aan de orde komen. Bovendien zijn er regelmatig verwijzingen naar de Hebreeuwse bijbel. Zo komt de volheid van de gewijde Geschriften tot zijn recht.