IK WIL ALLEEN MAAR HELPEN...
Tijd voor Pasen 2009
Wanneer iemand dit zegt, is er iets aan de hand. De toon waarop het
klinkt, verraadt het verongelijkt zijn van wie het zegt. Degene tegen
wie het is gericht, was kennelijk niet dankbaar genoeg, niet enthousiast
over de aangeboden hulp.
Er zijn ‘hulpverleners’ die u in een geestelijke houdgreep
nemen. U hebt dan het gevoel dat u verstikt wordt door alle aandacht
en hulp. Andere helpers zijn met zichzelf zeer ingenomen. Zij kunnen
zich niet voorstellen dat een ander niet altijd gediend is van hun
hulp.
Hoe luisteren we naar Jezus’ woorden? Ook Jezus spreekt over
wantrouwen jegens hem. Eens was hij haast krachteloos vanwege het
ongeloof van de omstanders. Bij priesters en schriftgeleerden stuitte
hij op verzet.
Is Jezus iemand die er van uit gaat dat iedereen tegen hem is? Wie
dat van hem denkt, heeft hem losgemaakt van zijn geestelijke achtergrond.
Jezus’ geestelijk thuis is Israël en hij staat in de traditie
van de profeten. Profeten is het niet te doen om zichzelf, maar om
het Woord van God: dat moet levend zijn in het volk.
Een ieder die radicaal het Woord van God in praktijk brengt, kan rekenen
op spot en tegenstand. Jezus heeft dit geweten.
‘De mensenzoon is gekomen om te zoeken en te vinden wat verloren is,’ zegt Jezus. Zijn hulp is oprecht en onbaatzuchtig, gegrond in de barmhartigheid van zijn hemelse Vader.
W. Baan