DERTIG JAAR VOLTOOID
bij mijn vertrek
als beroepen predikant te Dordrecht
Dordrecht, 13 december 2011
Op de publicatiedatum van deze pagina is het dertig jaar geleden dat ik als predikant ben geïnstalleerd: 13 december 1981 in de Evangelisch-Lutherse Gemeente Dordrecht. Enkele jaren geleden kwam mij in de zin om, wanneer er dertig jaar voltooid zouden zijn, mijn Dordtse predikantswerk te beëindigen.
Gaat dit zomaar? Ik ben toch beroepen, heb toch een gelofte afgelegd?
Daarom moet een plan als dit getoetst worden. Er waren gesprekken met
mijn echtgenote, met vrienden, met twee lutherse pastores pastorum, met
de classis en met de predikantenbond, met een Dordtse collega, en met
de lutherse kerkenraad. Wat aan de orde kwam: gezondheid, veerkracht en
energie, toekomstbeeld, echtgenoot zijn, predikant zijn.
Mijn conclusie: de gelofte wordt geen geweld aangedaan, want die geldt
allereerst het Woord en de verkondiging daarvan. Van dat Woord blijf ik
dienaar. Een beroeping wil ook zeggen: kom bij ons, help ons bij het luisteren
naar het Woord. Zo zal het in de toekomst in Dordrecht zijn, zij het op
een andere basis, namelijk op mijn plaats als gemeentelid. Naar lutherse
overtuiging is elk gemeentelid geroepen om de verkondiging te dragen.
Kijk ik terug dan zie ik allereerst mensen die samen Kerk wilden zijn. Over de manier van Kerk zijn liepen de meningen eerst zo ver uiteen, dat botsingen onvermijdelijk waren. Het was zwaar, maar ik bleef. In de jaren negentig lukte het de kerkenraad om het kerkgebouw en het orgel te laten restaureren. Een gregoriaans koor op oecumenische grondslag was een van de projecten waar ik veel energie in stak. De kerkenraad, spil in het evangelisch-lutherse gemeenteleven, was nu een eenheid en stippelde een duidelijk beleid uit.
Sinds 2000 overleden veel oude gemeenteleden, nieuwe kwamen er bijna niet meer. Weinige mensen moesten, zonder aflossing, vele taken uitvoeren. Gelukkig konden twee belangrijke beslissingen worden genomen. Er werd een huisbewaarder aangesteld die voortvarend de verhuur van onze gebouwen opstuwde. Daarna werd in samenspraak met de Synodale Commissie mijn taakomschrijving aangepast door een meer diaconale invulling; dit was gunstig voor de kerkenkas.
Wat kan ik zeggen over de vruchten van de afgelopen dertig jaar? Meermalen hoorde ik na een eredienst leden en bezoekers zeggen: dit heeft ons aan het denken gezet. Een waardevolle reactie! Door de woordverkondiging veranderen en groeien mensen. Zelf ervaar ik het ook zo. Eén van mijn hoogleraren zei: ‘Een predikant preekt eerst voor zichzelf.’ Anders gezegd: ik moet er zelf door heen gekropen zijn, eerst doorleefd hebben wat ik preek. Ook een predikant staat onder het Woord.
Met het oog op de toekomst zijn de lutheranen er mogelijk bij gebaat wanneer er iemand anders voor beperkte tijd benoemd wordt. Een nieuw gezicht, andere prioriteiten, een andere preekstijl, dat alles kan de gemeente een impuls geven. Hopelijk blijft de gemeente wel haar identiteit bewaren. Men zegt wel: de Liturgie is hét kenmerk van de lutheranen. Daarentegen gaat het levende Woord voorop. Dat wordt verkondigd en maakt verantwoordelijke en vrije mensen. Het is de Christus die in de Liturgie wordt verheerlijkt, verkondigd en uitgedeeld. Alleen zo behoort de Liturgie tot de lutherse identiteit.
Hoe gaat het met mij verder? 1 januari 2012 markeert het begin van een sabbatical. Opdat deze periode een behoorlijke lengte kan krijgen, is mij eervolle ontheffing van mijn ambtsbediening verleend. Veel is in te halen, om te beginnen: aandacht voor rust en gezondheid! Daarna valt te noemen: grote hoeveelheden paperassen doornemen en zo nodig bewaren, en literatuur en theologieboeken lezen. Meer gregoriaans zingen! U kunt informatie over deze bezigheden vinden op mijn site www.willembaan.nl.
Er komt nu ook ruimte voor uitbreiding van mijn buitenkerkelijke werk. Want het diaconale werk dat ik als predikant begonnen ben, blijft. Het is luisteren naar de vele mensen die bellen naar Sensoor, de Telefonische Hulpdienst. Dit werk geschiedt namens mijn kerkgemeenschap: gelovigen die er achter staan en het mede dragen. De lutherse kerk in Dordrecht is een van de oprichters van deze hulpdienst.
Op zijn plaats zou nu zijn een dank- en eerbewijs aan God. Dat dankwoord formuleer ik zo: de Kerk is het Lichaam van de Heer. De ledematen zijn de kerkleden. Al die kerkleden, in verleden en heden, ben ik dankbaar omdat zij mij geholpen hebben, te worden wie ik nu ben.
Willem Baan