Bidden om geld... ?
DE CRISIS VAN GELD EN GELOOF
Wij bidden elke zondagochtend in de Liturgie: ‘Geef ons heden
ons dagelijks brood.’
Je zou denken: dit is niet zo vanzelfsprekend. Wie geld heeft en brood
kan kopen, kan vinden dat dit gebed verhoord is. Maar wie geen geld
heeft en de bakkerswinkel voorbij moet gaan – is diens gebed
niet verhoord?
Misschien bedenkt zo iemand bij dit gebed eigen woorden: ‘Geef
ons elke dag voldoende geld...’.
Er zijn mensen - ook in de kerk - die bezig zijn met geld. De een heeft een mooie spaarrekening en wil graag dat de rente hoog is. De ander heeft geld geleend en wil liefst weinig rente betalen. Hoe bidden deze mensen als eenheid die de kerk mag zijn?
Een gebed mag niet vervallen in vaagheid en algemeenheden. Maar het
mag ook weer niet gaan over bijzonderheden als rentestand en waarde
van het geld. Moet het gebed tussen deze uitersten door gaan?
Jezus kende het geld maar noemde het in zijn ‘Onze Vader’
niet. Het dagelijks brood is belangrijker, want dat is een eerste
levensbehoefte, of er nu geld is of niet.
Geld kan méér worden dan middel tot koop of verkoop.
Dan schept het afstand tussen mensen. Het kan een doel op zichzelf
worden, waardoor mensen er een slaaf van worden.
Jezus ziet uit naar een samenleving waar mensen eerlijke arbeid verrichten
om in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Daar zijn de normen:
rechtvaardigheid en betrouwbaarheid. In die samenleving zal een mensenleven
niet afhangen van de hoeveelheid geld die er achter staat.
W. Baan