Gemeentelied als avondmaalsgezang

Het mooie van Luthers arbeid voor de liturgie is, dat daardoor waardevolle muzikale vormen zijn bewaard gebleven. Voor dit zorgvuldige werk had hij verschillende argumenten. Oude middeleeuwse melodieën van grote schoonheid wilde hij behouden, want, zei hij, we gunnen de duivel niet, dat zulke mooie muziek verdwijnt. Immers de duivel haat de muziek van de gelovigen. Luther was stellig: “Ik geef de muziek de eerste plaats na de theologie.”


titelblad van Luthers
Deudsche Messe, ed. 1526
Een ander argument was van pastorale aard. We weigeren nu wel de mis te zien als een offer met verdienstelijke kracht, zei Luther, maar dat wil niet zeggen dat dus de misgezangen moeten worden afgeschaft. Het kerkvolk zou maar in verwarring raken, gewend als het is aan hechte structuren.
Luther waarschuwde voor: ‘kwalijk riekende losbollen, die als smerige zwijnen zonder geloof en zonder verstand zich in de modder storten en blij zijn met iedere nieuwigheid. Maar zodra het nieuwe eraf is, worden zij het zat.’

Nog een argument was het onderwijs aan de studenten. Omdat dit in de Latijnse taal werd gedaan, vond Luther het nuttig dat in de Avondmaalsdienst en in de vespers het Latijn een plaats bleef houden. Lees hierover een verslag van de calvinistische theoloog Wolgang Musculus (klik hier). Hij was in 1536 aanwezig bij een avondmaalsviering in Wittenberg. Hem vielen allerlei ‘paapse gewoonten’ op.
Het betrof een Latijnse viering volgens de traditionele rite. Deze bleef in Luthers tijd naast de 'Deudsche Messe' in gebruik.

Er is nog iets dat erg belangrijk is voor de ontwikkeling van de lutherse liturgie. Luther zelf heeft zich ingezet voor de gemeentezang.
Hij vond het onjuist dat een Schola Cantorum bijna alle gezangen voor haar rekening nam. Om de kerkgangers tot zingen te bewegen vormde Luther de Liedmis. Dat is de avondmaalsviering waarin de klassieke, vaste gezangen zijn vervangen door strofische liederen.
Deze gezangen ontwierp hij zelf, gebruikmakend van bijbelteksten en verkondigende taal. Soms maakte hij de melodieën zelf of bewerkte bestaande gezangen. Meestal liet hij zich bijstaan door een vakman, vooral door de musicus Johann Walter.

In het thans in onbruik rakende Liedboek voor de Kerken was in veel van onze kerkgemeenten de Liturgische Katern bijgebonden of ingeplakt. Op pagina 32 e.v. staat de Liedmis met diverse keuzemogelijkheden afgedrukt.
In het nieuwe liedboek is volop keuze. In onze kerkgemeente wordt ook de Lutherbundel gebruikt, kortgeleden nog om op het moment van het Sanctus te zingen: ‘Dit overkwam Jesaja de profeet.’ Luther heeft de tekst geschreven en hij heeft het ook wel laten zingen op een later moment in de avondmaalsviering.
Het is te hopen dat binnen afzienbare tijd zoveel mogelijk kerkgangers dit ‘Jesajalied’ zullen meezingen!

zomer 2024
Willem Baan
emeritus luthers predikant

 

Luthers Liedmis