MARIA MAGDALENA
april 2009
De studiekring heeft twee avonden gewijd aan de persoon van Maria Magdalena. Enkele leden hebben het boek 'Maria Magdalena of het lot van de vrouw' van Hans Stolp gelezen. Stolp is na een tijd gemeente- en ziekenhuispredikant geweest te zijn, in dienst gekomen van de Ikon als radiopastor. Nu is hij zelfstandig schrijver van boeken over New Age en geeft lezingen over spiritualiteit.
Maria Magdalena is geen hoofdpersoon in de canonieke evangeliën.
De eerste, duidelijke vermelding vinden we in Lukas 8:1-3. Bij de discipelen
die Jezus volgden waren enkele vrouwen '... die genezen waren van boze
geesten en van ziekten: Maria met de bijnaam 'van Magdala', van wie zeven
boze geesten uitgegaan waren, ...'
Maria's genezing heeft de Oud-christelijke Kerk mateloos geïntrigeerd.
Wat zouden toch wel die zeven boze geesten geweest zijn?
De oplossing meenden de uitleggers te vinden in het verhaal (vlak daarvoor)
over een zondares die naar Jezus toekomt, zijn voeten met haar tranen
natmaakte, die droogde met haar lange hoofdhaar en ze tot slot zalfde
met mirre, Lukas 7:37-38. Even later zegt Jezus over deze vrouw: 'Haar
zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele, want zij betoonde veel liefde;
maar wie weinig vergeven wordt, die betoont weinig liefde.' Lukas 7:47
De uitleggers combineerden deze gedeelten. Maria Magdalena was die zondares die Jezus' voeten zalfde. Zij werd sindsdien afgebeeld met een zalfpot.
Was het maar gebleven bij deze 'combinatie'... Maar zij koppelden ook
'veel liefde' met 'zeven boze geesten'. Hun conclusie: dit is de vrouw
uit het Johannes-evangelie die meerdere mannen heeft gehad (4:18) en op
overspel betrapt was (8:3).
Hier zien we hoe door eigenmachtig combineren van Lukasteksten en een
ongeloofwaardige dwarsverbinding tussen de evangeliën van Lukas en
Johannes de Oud-christelijke Kerk van Maria Magdalena een losbandige,
overspelige vrouw maakte.
De uitleggers hebben veel energie gestoken in deze ongeloofwaardige combinaties, maar veel minder acht geslagen op de plaats van Maria Magdalena aan de voet van Christus' kruis. Volgens het Johannes-evangelie 19:25 stond zij op Golgotha toen de mannelijke discipelen gevlucht waren. Ook was zij de eerste getuige van de opgestane Heer. Deze gegevens passen in een heel ander beeld dat van Maria Magdalena bestaat, namelijk dat zij één van Jezus vertrouwelingen en naaste medewerkers was. Kennelijk heeft de vroegchristelijke Kerk daarvan niets willen weten. Liever zag zij Maria als een boetvaardige vrouw die dociel aan Jezus' voeten zat.
Gezaghebbende uitleggers in de 19de en 20ste eeuw hebben gezien, dat
al in de canonieke evangeliën zelf 'herstelwerkzaamheden' plaatsgevonden
hebben. Volgens deze evangeliën keken de vrouwen tijdens de kruisiging
'van verre toe en stonden op een afstand, Matt. 27:55-56, Mar. 15:40,
Luk. 23:49. Maar ook in het Johannes-evangelie zijn redacteuren aan het
werk geweest die in hoofdstuk 20 de prominente plaats van Maria Magdalena
hebben aangepast ten gunste van de mannelijke discipelen.
Een boek van Hans Stolp over de persoon en het Evangelie van Maria Magdalena
dat enkelen van ons lezen, heet: Maria Magdalena, of het lot van de vrouw.
Zoals de ondertitel al zegt, legt dit boek nadruk op de ondergeschikte
positie waarin vrouwen al spoedig in de oud-christelijke Kerk gedrongen
zijn.
Volgens Stolp zou zij door de Essenen, joodse monniken, zijn ingeleid 'in de leer van karma en reïncarnatie' en in de 'evolutieweg van de mens over de aarde.' Stolp komt hierop door het combineren van teksten uit vroeg-christelijke, apocriefe geschriften. In 'Gesprek met de Verlosser' zegt Maria Magdalena: 'Deze woorden sprak ze als een vrouw die het Al kent.' 'Het Al' zijn de kosmische geheimen en de grootsheid van het heelal.
Kennis van de gnostiek is belangrijk. Zo begrijpen we de ontwikkeling van het kerkelijke christendom beter.
De weinige tekst die van het Evangelie van Maria Magdalena ons bekend is, laat ons een sterke vrouw zien die nauw met Jezus omgaat en invloed heeft op zijn discipelen. Ook uit andere apocriefe bronnen komt een vrouw van formaat naar voren. De kerkelijke kritiek op de gnostiek daargelaten, is het niet goed dat de plaats van deze vrouw zo geminimaliseerd is in de officiële kerkgeschiedenis.
In onze gemeente is vrijheid van geloofsovertuiging. Niemand kijkt een ander er op aan wanneer hij/zij een voorkeur uitspreekt voor een gnostische benadering van het christelijke geloof of wil blijven bij de kerkelijke benadering. Wij doen ons best om in beide stromingen het geloof in de liefde van God en het werk van Christus te ontdekken, ook al is de invulling daarvan heel verschillend.
W. Baan