PETRUS EN PAULUS: DE ÉÉN VULT DE ANDER AAN
De verkondiging
op het Apostelfeest
van Petrus en Paulus
Hand 12:1-11;
Matt 16:13-19
Het duurt vanaf nu zes jaar voordat dit kalendervaste feest weer op een
zondag valt! Een vraag, de mens eigen, is: 'Wie ben ik, waar kom ik vandaan,
wat is mijn bestemming?'
In de Gemeente van Christus klinkt die vraag ook, maar wel anders. We
zitten hier niet voor onszelf, het is dus geen vraag die enkel over onszelf
gaat.
Wij vragen: ‘Wie zijn wij als Gemeente, waar ligt de oorsprong van
de Gemeente, en wat is het doel, waar komen we uit?'
Daarom is het zo goed om een apostelfeest te vieren.
De apostelen zijn, zoals Paulus zegt, grondzuilen van de Kerk. Daar is
het begin, de eerste opzet.
29 juni, het feest van Petrus en Paulus, alle twee apostelen. Een feest
van zeer hoge ouderdom. Al in de derde eeuw werd het gevierd in Rome.
Het is ouder dan het Kerstfeest... wat zegt u daarvan...
Mij doet dat wat, zo'n hoge ouderdom... Het betekent dat de christelijke
Gemeente te Rome de apostelen Petrus en Paulus in hoge achting hield.
De leden van die Gemeente erkenden, dat zij de overdracht van het geloof
te danken hadden aan apostelen zoals Petrus en Paulus.
Ook het Kerk-zijn is hier aan de orde. Waarom zijn u en ik hier, als leden
van een kerkelijke Gemeente? Omdat ooit de Christus Jezus zelf zijn discipelen
heeft uitgezonden, en hen zo tot apostelen heeft aangesteld. Zo is het
begonnen.
Vooral Petrus wordt door de zgn. Westerse Kerk in hoge ere gehouden.
Veel aandacht in de Liturgie van dit feest is er voor Petrus. Zijn naam
betekent ‘rotssteen,' zoals Jezus zelf zegt.
De steen is belangrijk, als symbool voor God, Christus en de Kerk. Vandaag
horen we, dat ook Simon Petrus de steenrots is, in navolging van Christus
de Hoeksteen. Wij, Gemeente van Christus, worden levende stenen door de
verbondenheid met Christus.
God is zelf de Rots van zijn volk, zoals sommige psalmen zeggen. Hij wordt
voorgesteld als de Rots van levend water, als ook de fundamentsteen waarop
het nieuwe Sion gebouwd zal worden.
Maar de Messias moet lijden. Het fundament was eerst een verworpen steen.
Voor wie dat niet kan accepteren, wordt het een steen des aanstoots.
Wie met Christus leeft, heeft ook het paasgeheimenis op zichzelf toegepast,
namelijk als verworpen steen door God te zijn uitverkoren.
Tot slot: ook de apostelen zijn stenen grondzuilen waarop het bouwwerk
der Kerk is opgetrokken.
Petrus heeft een eerste plaats onder de apostelen, soms omdat hij dat
zelf wilde, en ook omdat Jezus hem apart aansprak.
Prachtige verhalen zijn over hem bekend, in de Evangeliën. Degenen
onder ons die op een lagere school hebben gezeten waar nog echt verteld
werd door de juf of de meester, die kennen wel de verhalen over Petrus.
Eerst was hij altijd haantje de voorste, vurig in zijn trouw aan Jezus.
Later, aan de vooravond van Jezus' lijden zakte hij diep weg in een beschamende
verloochening.
Maar de Kerk van het Westen koos voor andere schriftlezingen op dit feest.
Vanochtend twee daarvan, de eerste over de bevrijding van Petrus uit
de kerker van koning Herodes.
Wanneer u dit verhaal goed tot u laat doordringen, dan hoort u paasmotieven.
Dit verhaal doet duidelijk uitkomen, dat Petrus deelt in Jezus' martelaarschap
én in Jezus opstanding.
Eerst ergerde hij zich aan de steen des aanstoots die de Christus Jezus
was, nu aanvaardt hij, dat ook hij een weggeworpen steen is geworden,
tot niets nut in de ogen van de geestelijke machthebbers.
Zo gaat Petrus weer een stap verder op de weg van gelijkvormigheid met
Christus. Alleen zo kan hij de eerste apostel zijn, de eerste onder zijns
gelijken.
Dan de evangelielezing.
De vraag van Jezus aan Petrus: 'Wie zegt gij dat ik ben?' Petrus beleed
hem vervolgens als de Christus, de Zoon van de levende God. Daarop sprak
Jezus hem gelukzalig, noemde hem Rotsman, Petrus, en zei: 'Op deze petra,
deze rotsvaste, belijdende woorden van u zal Ik mijn Gemeente bouwen,
en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.'
Protestanten hebben de meeste aandacht voor dat woord petra, dat is de
belijdenis van Petrus.
Maar Rooms-katholieken hechten de meeste waarde aan de persóón
van Petrus.
We zien het ook in de Liturgie van het apostelfeest Petrus en Paulus.
De teksten over Petrus zijn in de meerderheid. Ik denk dat het feest typisch
een liturgisch product van de Gemeente in Rome is, én, dat het
begonnen is als een Petrusfeest. Zeker is dit niet, maar wel zeker is,
dat al heel spoedig de bisschop van Rome zichzelf beschouwde als de opvolger
van Petrus, Petrus die de eerste bisschop van Rome is geweest.
Eén van onze emeritus-predikanten (het is ds Haan) karakteriseerde
de lutheranen eens als volgt: 'Lutheranen zijn Rooms-katholieken die ruzie
gekregen hebben met de paus...'
Wij zijn dus voorzichtig zijn met kritiekloos vereren van de H. Petrus.
Een paus die zijn positie en gezag verdedigt door plechtig uit te spreken:
'Ik ben Petrus,' (dat is gebeurd !) – zo iemand bekijken wij met
een flinke dosis wantrouwen.
Deze voorzichtigheid is liturgisch te onderbouwen.
Hoor de naam van dit apostelfeest: Petrus én Paulus. Dit heeft
de Oud-christelijke Kerk blijkbaar bewust gedaan: het bijeen zetten van
deze twee op één apostelfeest.
Het is goed om te weten dat er tussen Petrus en Paulus verschillen waren,
grote verschillen. Ze betroffen de persoonlijkheid en de werkwijze van
deze twee.
Petrus van met af aan aanwezig, en wel prominent. Paulus een laatkomer,
niet al te opvallend van voorkomen.
Petrus kon heel goed over Jezus en zijn evangelie spreken met zijn volksgenoten,
de synagoge-joden.
Paulus sloeg moedig nieuwe wegen in, hij evangeliseerde ook onder vreemde
volkeren. Hij ging vrijmoedig om met de joodse ceremoniële wetten,
door ze niet op te leggen aan hen die zich tot Christus bekeerden.
Dat gaf aanvankelijk veel onrust onder de reeds aanwezige apostelen.
Hoe dan ook, deze apostelen hébben deze vreemde nieuwkomer geaccepteerd.
Later is hij toegetreden en geaccepteerd door de kring van twaalf apostelen.
De twaalf hebben naar waarde geschat de durf en het vernieuwende gedrag
die Paulus aan de dag legde in zijn zendingsarbeid.
Dit is mooi voor kritische mensen zoals lutheranen zouden moeten zijn.
Al kreeg vanaf Petrus volgens de kerkelijke uitleg het plaatsvervangerschap
van Christus gestalte, daarbij hoeven wij niet te blijven staan. Bijbels-theologisch
gezien behoren Petrus en Paulus op verschillende wijze tot het apostelgezelschap.
Door hen beiden in één viering samen te brengen, leert de
Kerk ons dat zij elkaar aanvullen.
We moeten de naam van dit feest, 'Petrus en Paulus' niet verstaan als
enkel een twee-eenheid met het woordje en als een schakel, die een evenwicht
suggereert. Geen evenwicht alleen, ook een aanvulling.
Voor ons is dit een vreugdevolle zaak, Gemeente. Het antwoord op de vraag,
waar wij als Gemeente vandaan komen, is duidelijk: het zijn gewone mensen
zoals Petrus, enthousiast maar ook met vluchtgedrag, gewone mensen die
door Christus zijn aangeraakt.
We hoeven er niet tegen op te kijken, of te zeggen:
'Toen, toen was het pas goed, en nu is het niks...'
Zouden we dat zeggen of denken, laten we ons dan corrigeren door de oudste
christelijke geschiedenis.
Ik acht het niet uitgesloten dat op den duur in delen van West-Europa
alle sporen van christelijke aanwezigheid uitgewist zijn. Je ziet dat
nu al in Frankrijk. Wat dan overblijft zijn kleine kernen van christendom.
Daar zullen we het mee moeten doen. Is dat erg?
Nee, dat gaat eenmaal zo in de geschiedenis. Kijk naar Noord-Afrika.
Ooit leefden daar miljoenen christenen. En nu...! Hetzelfde is bijvoorbeeld
in Turkije gebeurd.
Daarentegen zijn er nu landen en werelddelen waar het christelijk geloof
steeds meer aanhangers krijgt. Wij collecteren deze zomer voor Cuba. Daar,
en in andere soortgelijke landen, groeit de Kerk.
Kort voordat Constantijn in 306 keizer werd, vertegenwoordigden de christenen
slechts acht procent van de bevolking. Toch zagen ze zichzelf als het
gist in de samenleving, een ‘zoutend zout.' Daar kan de kerk in
onze tijd heel wat van leren.
Wij vieren nu deze dag als apostelfeest. Lutheranen kunnen dat heel wel
doen. De maatstaf die wij aanleggen bij de waardering van een heiligenfeest
is, of de desbetreffende persoon niet zichzelf gezocht heeft, maar de
Christus in het middelpunt van zijn bestaan heeft gezet.
Petrus en Paulus hebben hun leven voltooid in de dienst van Christus.
Door hun prediking, door het stichten van Gemeenten, door een gedurig
en uiteindelijk martelaarschap.
Niemand hoeft hun leven en werken precies na te doen. Nadoen is wat anders
dan navolgen.
Navolgen is een leven leiden in eigen verantwoordelijkheid, en toch zich
richten naar dat centrum.
Dat middelpunt is Christus. Ook kunnen er woorden en daden zijn, al zijn
ze misschien klein en weinig in getal, woorden en daden die getuigenissen
van het Evangelie zijn.
Alleen dan mogen wij Paulus vereren als onze voornaamste predikant en
mogen wij met Petrus als onze eerste bisschop dankbaar onze eigen opstanding
gedenken.
Zingen wij ons lof- en danklied, gezang 317