De faalangst van het fundamentalisme
Dit is een zeer lezenswaardig artikel van J.-J. Suurmond,
hervormd predikant. Hij is bekend door publicaties
over pinksterspiritualiteit en charismatische geloofsbeleving. Het
artikel wordt gevolgd door een reactie van een lezer van hetzelfde
blad en een column door onze columnist W. F. Boon.
De redactie zette boven dit artikel enkele zinnen waarmee ds Suurmond
zijn houding jegens zijn ooit 'jeugdig geloof' karakteriseert:
"Terugkijkend, wat leefde ik toen in een totaal andere wereld
dan nu. Hoe bevoorrecht waren wij als kleine gemeente! Wij alleen
hadden inzage in het Boek des Lams en kenden het scenario van de eindtijd."
Voor de aanslagen op 11 september in New York worden vele oorzaken
aangewezen. Ze zouden een protest zijn tegen de dominantie van de
westerse cultuur. Of het gevolg van de kloof tussen arm en rijk in
de wereld. Of onderdeel van de strijd tussen de islam en het christendom.
Hoewel in deze en andere verklaringen meestal wel een kern van waarheid
schuilt, raken zij niet de grondoorzaak van dit geweld. Daarmee doel
ik op het realiteitsverlies dat kenmerkend is voor het fundamentalisme.
Misschien moet je ervaringsdeskundig zijn om dat goed op te merken.
Mijn christelijke leven begon in een tamelijk fundamentalistische
pinkstergemeente. Een bijna onoverbrugbare kloof scheidde ons van
'de wereld daarbuiten'. In de samenkomsten rezen we op golven van
tongentaal ten hemel, onder begeleiding van halleluja-geroep door
de zusters en profetieën van bassende broeders. Buiten heerste
de Egyptische duisternis waaruit wij wonderbaar uitgeleid waren. Als
ik na de dienst naar huis liep, zag ik overal tekenen dat de wereld
spoedig verzwolgen zou worden door het satanische Beest Uit De Aarde.
Achter de ramen van de flats zag ik complete gezinnen verlept voor
de televisie hangen, verstoken van de bronnen des heils. Het luidruchtige
vermaak in de café's hoorde ik als een schreeuw om verlossing
van de banden van drank en zedeloosheid. Alles wat ik zag bevestigde
dat de wereld op zijn laatste benen liep, zoals fundamentalisten,
vandaag de aanslag op de Twin Towers als het begin van de val van
Babylon beschouwen, 'wiens grote rijkdom in één uur
wordt verwoest'.
Terugkijkend, wat leefde ik toen in een totaal andere wereld dan nu.
Hoe bevoorrecht waren wij als kleine gemeente! Wij alleen hadden inzage
in het Boek des Lams en kenden het scenario van de eindtijd. Wij waren
de uitverkorenen, de redders van de mensheid. In het gebed streden
we tegen de demonen die in de wereld rondklauwden, in agressieve bewoordingen
waarbij een Hell's angel zou verbleken. Want fundamentalisme en geweld
zijn niet hetzelfde, maar liggen wel dicht bij elkaar. Het woord 'fundamentalisme'
werd voor het eerst gebruikt door een groep christenen in de Verenigde
Staten, in het begin van de vorige eeuw. Zij wilden standhouden onder
de opstekende storm van moderne ontwikkelingen als de evolutieleer,
Schriftkritiek en de emancipatie van vrouwen en zwarten. Daarbij stonden
ze op het 'fundament' van een letterlijk genomen Bijbel. Velen van
hen sympathiseerden met de Ku Klux Klan. Een paar jaar geleden nog
werden artsen, werkzaam in een abortuskliniek, door fundamentalistische
christenen vermoord. En hun predikant Jerry Faldwell noemde de aanslagen
in New York een 'straf van God' precies zoals de moslimterroristen
zelf deden.
De oorzaak van het terrorisme werd reeds scherpzinnig blootgelegd
door de Russische schrijver Dostojevsky. In zijn roman Boze Geesten
laat hij zien hoe een mens die de wereld haat, altijd ook zichzelf
haat. Hij is immers onverbrekelijk deel van de wereld die hij veroordeelt.
Zijn oplossing is om zijn zelfhaat naar buiten te projecteren, waardoor
hij zelf zuiver wordt en de wereld een verderfelijke vijand die bestreden
moet worden. De ironie is dat hun massieve veroordeling van de moderne
cultuur-fundamentalisten daarvan des te afhankelijker maakt. Ze worden
bepaald door wat zij bestrijden. Er is al vaak op gewezen dat de fundamentalistische
wijze van denken, met zijn obsessie met een letterlijke, objectieve
'waarheid', modern is en vreemd aan de Bijbel (en de Koran). En de
terroristen in New York konden hun aanslagen alleen plegen dankzij
hun westerse scholing en technieken. Enigszins zoals bij ons een Dorenbos
in zijn strijd tegen de Sloggi-slip dankbaar gebruik maakt van de
media en prof Van de Beek van de Vrije Universiteit zijn vonnis van
onze moderne cultuur op zo'n vernuftige tekstverwerker uittikt.
Het afscheid van mijn fundamentalistische wereldje hield iets in
waarop ik niet was voorbereid. Ik moest mijn zelfverachting onder
ogen zien. Het werd een tocht door de woestijn, die ik zonder de hulp
van engelen (waaronder een therapeute) niet volbracht zou hebben.
Maar de beloning was groot: het beloofde land van de werkelijkheid.
Dit hield in dat ik mij niet meer boven de wereld verhief en die afschreef,
maar verantwoordehjkheid voor haar aanvaardde. 'Wij zijn allen schuldig
en ik meer dan de anderen', schrijft Dostojevsky.
Ik ging de wereld, ondanks het daarin aanwezige kwaad, steeds meer
als goed zien, als schepping van God. Dit ging hand in hand met de
aanvaarding van imjzelf als ten diepste goed. Voor het eerst kwamen
bekende begrippen als vergeving, bevrijding en vernieuwing echt tot
leven. En kerst veranderde van een terugblik op de landing van een
buitenaards wezen in het feest van het komen van God in de eens zo
boze wereld; 'in het vlees' ook in mij.
De paradox van de fundamentalist is dat hij overtuigd is van zijn
gelijk, maar leeft in een leugen. Want wat een mens niet in zichzelf
onder ogen ziet, schuift onverbiddelijk tussen hem en de werkelijkheid
in.
Het cliché 'verbeter de wereld en begin bij jezelf', is aan
fundamentalisten niet besteed. En omdat zij niet bij zichzelf beginnen,
dreigen zij de wereld aan haar einde te helpen - zie de aanslagen
van 11 september - en alle onomzienbare gevolgen van dien. Verre van
redders van de mensheid te zijn, is de verschrikkelijke ironie dat
zij zélf het satanische Beest worden waarvoor hun profetieën
waarschuwen. De projectie van hun zelfhaat op de wereld is de eigenlijke
oorzaak van het geweld van fundamentalisten. Andere verklaringen,
zoals ressentiment ten aanzien van de hegemonie van de westerse cultuur
en hun armoede en ontwikkelingsachterstand, betreffen factoren die
deze zelfhaat vergroten en daarmee de neiging om de wereld daarmee
op te zadelen. Met al zijn beroep op God, de Bijbel of de Koran, blijft
een fundamentalist fundamenteel met zichzelf bezig. Dat is wankele
grond om op te staan, wat angst oproept. Aanslagen zoals op de Twin
Towers moeten het instortingsgevaar bezweren. Ground Zero is het gevolg
van de zero-ground van de fundamentalistische overtuiging.
Jean-Jacques Suurmond
Hoe fundamentalistisch is Jean-Jacques Suurmond?
Woord & Dienst 16 februari 2002
De heer P. Benard reageert op het artikel "De faalangst van het fundamentalisme-' van Jean-Jacques Suurmond in W&D nr. 24 van 22 december 2001
Het boek 'Een wijze ging voorbij' beschrijft het leven van dr. Abel Herzberg, een jood die het concentratiekamp Bergen-Belsen heeft overleefd. In het boek is zijn uitspraak opgenomen, dat het alleen zin heeft iets te schrijven, als het van binnen 'klik' zegt. Dit gebeurde, toen ik Suurmonds stuk onder ogen kreeg.
Essentie/exces
De vraag rees al spoedig, of hier een terechte beschrijving van het
fundamentalisme gegeven werd, of dat er een karikatuur werd voorgeschoteld.
Wordt hier niet het gezicht van een beweging geschetst, aan de hand
van excessen die altijd voorkomen bij het uitdragen van een nieuw
verworven inzicht? En is het niet zo dat er altijd groepen zijn, die
dat inzicht onmiddellijk willen exploiteren voor hun dikwijls minder
fraaie activiteiten? Denk aan het nazidom.
Dient een beweging niet eerder beoordeeld te worden op basis van haar
essenties, dan op basis van de excessen? Moet er niet eerst een onlosmakelijk
verband worden aangegeven tussen de essenties met de optredende excessen,
voordat er een oordeel wordt geveld? Moet het christendom bijvoorbeeld
altijd verbonden worden met een ontsporing als de Kruistochten?
Deze vragen rezen er bij het lezen van de beschrijving van het gebruik
van het woord 'fundamentalisme' voor een groep christenen in de Verenigde
Staten, die in het begin van de vorige eeuw wilde standhouden onder
de opstekende storm van moderne ontwikkelingen. Want behoorde het
tot de essentie van hun fundamentalisme, dat (hoe?)velen van hen sympathiseerden
met de Ku Klux Clan? En wordt het inzicht van hun volgelingen om te
moeten waarschuwen tegen moderne ontwikkelingen niet misbruikt, om
extreme vormen van abortusbestrijding goed te praten?
Terecht wordt door Dostojevsky gesteld, dat een mens die de wereld
haat, altijd ook zichzelf haat. Maar het gaat me te ver als hiermee
zou worden gesuggereerd, dat het fundamentalisme, zoals het zich ontwikkelde
in het begin van de vorige eeuw, te verklaren is uit zelfhaat. Dit
kan wel van toepassing zijn op de groepen, die van de opvattingen
misbruik maakten.
Een persoon als Billy Graham, die zich zeker met het fundamentalisme
van het begin van de vorige eeuw verwant voelde, was er maar al te
zeer van doordrongen, dat God de wereld zo liefhad, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft. Grahams veroordeling betrof het kwaad in de moderne
cultuur en niet de cultuur op zich, zodat bij vrijmoedig van moderne
hulpmiddelen gebruik wilde maken. Na de aanslag op de Twin Towers
heeft hij verwezen naar de uitspraak van Jezus, toen de toren van
Siloam omviel en er achttien mensen omkwamen. De uitspraak 'Indien
gij u niet bekeert, zal u iets dergelijks overkomen' dient ons zeker
aan te spreken.
Billy Graham was een man die zich niet boven de wereld verhief en
haar niet afschreef, maar verantwoordelijkheid voor haar aanvaardde.
Evenals de profeten van het Oude Testament en later de apostelen.
Maar de wereld zagen ze, hoewel God die goed geschapen had, als liggend
in de boze (1 Joh. 5:19), waardoor Gods Zoon moest komen als een licht
schijnende in een duistere plaats. Maar ze hebben niet het fundament
gelegd dat de mens ten diepste goed is, zoals vele uitspraken van
hen getuigen, maar zich gezien als zondaren die vergeving, bevrijding
en vernieuwing nodig hadden. Zo kwamen deze begrippen voor hen echt
tot leven.
Als men als fundament kiest dat men ten diepste goed is, is men overtuigd
van zijn gelijk, maar leeft in een leugen. En als men dit niet onder
ogen ziet, schuift dit onverbiddelijk tussen hem en de werkelijkheid
in. En oordeelt men niet op basis van essenties, maar op grond van
karikaturen. Of is dit een ontsporing, zoals waarop het fundamentalisme
wordt beoordeeld c.q. veroordeeld?
David klaagt in Psalm 14, dat er niemand goed is. Paulus gaat hierop
door in zijn betoog in Romeinen 3. Jesaja moet van zichzelf zeggen
in hoofdstuk 6 van zijn boek, dat hij een man van onreine lippen is
en woont temidden van een volk dat onrein van lippen is. En in hoofdstuk
64, dat onze gerechtigheden zijn als een bezoedeld kleed. Marcus citeert
Jezus in hoofdstuk 7, waar Hij zegt dat uit het hart van de mens allerlei
kwade zaken voortkomen.
Die dit begon te begrijpen, was de filosofe Hannah Arendt. Tijdens
het Eichmann-proces deed zij de uitspraak: 'Niet Eichmann staat hier
terecht, maar de mens zelf, die rekenschap moet geven omtrent zijn
aard'. En Abel Herzberg (PC. Hooftprijs 1972) moest aan het eind van
zijn leven concluderen: 'Het is niet de vraag of je je naaste liefhebt,
maar of je in staat bent de haat die je tegen je naaste hebt te matigen'.
april 2006
FUNDAMENTALISME — ANGST BINNEN DE PKN
een artikel uit 2006 van onze columnist W.F. Boon
Dit woord kom je de laatste tijd herhaaldelijk tegen. Meteen wordt
er gedacht aan moslimfundamentalisme. Vervolgens duikt het op in religieus
fundamentalisme. Laatst las ik in NRC Handelsblad een interessante
opmerking. Iemand schreef dat je fundamentalisme in Europa, en vooral
in Nederland, in een breder verband moet zien. Het gaat hier om een
ruk naar rechts in de politiek, in de gedachtenwereld, in de cultuur.
De gemeenschap wordt behoudender. Volgens de schrijver van het artikel
zijn de onzekerheid in het huidige leven en de spanningen in de maatschappij
één van de oorzaken. Dan wil men terug naar het oude,
het bekende, het vertrouwde.
Een bewijs voor zijn stelling vond ik in "Vrij Nederland"
van 18 februari 2006. Het betreffende bericht had als kop: 'Ketterse
Kinderbijbel.' Dominee Nico Ter Linden, de man van 'Het verhaal gaat....,'
de hervertelling van de bijbel, enige jaren geleden, heeft een nieuwe
kinderbijbel geschreven, getiteld: 'Koning op een ezel.' Dat deed
hij op dezelfde manier als met 'Het verhaal gaat.' Hij laat de evangelisten
Lucas en Mattheus de belevenissen van Jezus navertellen. Dat doet
hij op een luchtige, voor kinderen aanspreekbare wijze. Wandelen op
het water, de lichamelijke opstanding kinderen moeten dat als beeldspraak
zien. Niet als iets dat in werkelijkheid rond het jaar 20 in onze
jaartelling gebeurde.
Dat leidde tot heftig protest van de rechtzinnigen binnen de Protestantse
Kerken Nederland. Zij eisten dat Ter Linden door de PKN ter verantwoording
moest worden geroepen. Bas Plaisier, het gezicht van het PKN-bestuur
naar de buitenwereld toe, stond voor een dilemma. Wel of niet aan
dat verzoek voldoen? Tuchtmaatregelen wenste hij niet. Wel nam hij
openlijk afstand van Ter Lindens inzichten. De predikant moest zich
maar eens laten informeren en instrueren door wetenschappelijke kenners
van het bijbellezen.
Nico Ter Linden werd uiteraard vreselijk boos. In het voorwoord had
hij zijn werkwijze uiteengezet. Net als bij ‘Het verhaal gaat’
had een panel van bijbelexperts aan diverse universiteiten meegelezen
en commentaar geleverd. Ter Linden wil de kinderen van vandaag in
hun taal en belevingswereld met de bijbel kennis laten maken. Want
ze verlaten de kerk toch al zo vroeg,het geloven vervaagt. Hij wil
juist de kinderen voor geloof en kerk behouden.
Maar waarom treedt de PKN zo ruw op? Volgens mij zijn ze zeer bevreesd
voor de rechtzinnigen en de hervormden die niet met de PKN zijn meegegaan.
Dat zijn de leden van de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk, zo'n
60. 000 personen, verdeeld over 117 gemeentes. Ongeveer tegelijkertijd,
op 7 maart 2006, had de PKN de Herstelden van de gemeente Gameren
voor de rechtbank te Arnhem gedaagd. Hersteld Gameren moet kerk pastorie
en overige bezittingen aan de PKN overdragen. Zo bestookt men elkaar
met juridische processen om met harde hand ‘de boel bijelkaar
te houden,’ een gezegde van Job Cohen, burgemeester van Amsterdam.
Alleen: hij bedoelt: met zachte hand. Uit onzekerheid en angst voor
nog meer ledenverlies kiest men blijkbaar deze strakke lijn.
Een van de beleidspunten van de PKN is dat een steeds groter wordende
groep mensen in Nederland het evangelie hoort en gelooft, ook via
moderne communicatiemiddelen (Algemeen Doopsgezind Weekblad, 26 nov.
2005). Maar in dit geval telt het woordje ‘modern’ even
niet. Het Christendom wordt bepaald door de liefde. Die liefde is
kennelijk met voorjaarsvakantie elders in Europa.
Vrij Nederland vroeg Bas Plaisier van de PKN om commentaar. De woordvoerder
namens de PKN betreurt het gebeurde. Dominee Plaisier wil graag met
Nico Ter Linden spreken. Dat gesprek voert hij liever niet via de
publiciteit. Nico Ter Linden zal dit wel een laffe uitvlucht vinden.
Want Plaisier heeft het begin van de affaire wel besproken in het
‘Nederlands Dagblad,’ een krant voor de behoudende hervormden
en gereformeerden.
W.F. Boon, Sliedrecht