Lutherse 'ambtsleer'
antwoord aan pastoor Gouw
De lutheranen in de zestiende eeuw gaven niet veel om een ambtsleer.
Christus staat in het middelpunt, en Christus moet verkondigd worden:
het (ene) Ambt van Verkondiging. Aldus de formulering van het in de PKN
vervallen verklaarde lutherse kerkreglement.
Het Ambt van Verkondiging is aan alle gelovigen opgedragen.
Het voorgaan in dat Ambt wordt toevertrouwd aan iemand die daarvoor de
gaven heeft en daartoe geroepen wordt door de Synode (of door een bisschop)
en door de beroepende Gemeente.
Hij of zij is dan predikant, en is dat ad vitam - nogal hoogkerkelijk,
wortelend in het geloof dat het levende Woord (= Christus) standhoudt
tot in eeuwigheid.
Sommigen uit de Gemeente worden gekozen als bijstanders bij het Ambt van
Verkondiging. Zo werd dat geformuleerd vóór de vorming van de fusiekerk.
Zij kunnen desgewenst ‘titels’ krijgen. In Nederland ouderling, diaken
of kerkrentmeester.
Een bisschop (alleen in Nederland om politieke redenen niet gewenst) staat
principieel op gelijke voet met de predikanten.
Hij of zij is primus inter pares, en pastor pastorum.
W. Baan
augustus 2022
Meer lezen op deze site over dit onderwerp?
Toen augustijner monniken die bij Luther gestudeerd hadden, gedwongen
werden zich over het priesterambt uit te spreken, Antwerpen 1523, verdedigden
zij de openstelling daarvan voor vrouwen (klik
hier).
Klassieke lutheranen denken anders over het predikambt dan calvinisten.
Het wordt zichtbaar door het al dan niet geven
van de hand (klik hier) aan het begin van de kerkdienst.