Mijn vragen
bij de rechtvaardigingsleer
We weten dat het
Hebreeuwse woord צְדָקָה
, gerechtigheid,
een ethische strekking heeft: het gaat over het gedrag en de beoordeling
daarvan.
Maar Hebreeuwse termen hebben vaak een meervoudige betekenis. In het woord
gerechtigheid liggen ook Gods bevrijdende daden vervat.
Geholpen door zijn, voor zijn tijd voortreffelijke kennis van het bijbelse
Hebreeuws kwam Luther tot een goed verstaan van de onderstaande oud-testamentische
woorden:
:בְּצִדְקָֽתְךָ֥ פַלְּטֵנִי (Psalm 31:2b WTT)
Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid (NBG)
in deiner Wahrhaftigkeit laß mich entrinnen! (Buber, Die fünf
Bücher der Weisung, 1976)
bevrijd mij en doe mij recht (NBV 2004, 2021)
gij zijt rechtvaardig, doe mij ontkomen!; (Naardense Bijbel 2014)
Gerechtigheid is geen voorwaarde om gered te worden. Het gevaar is immers, dat gerechtigheid dan wordt gezien als een zaak die boven God en mensen uitgaat, d.w.z. waar beide voor buigen.
Dit lezen we bij Aristoteles: gerechtigheid is de opperste deugd.
Het is te vergelijken met de hyper-calvinistische aandacht voor Gods eer.1)
Het was Luthers evangelische ontdekking: in Psalm 31, 2 staat het Hebreeuwse woord צְדָקָה in een verband van redding en bevrijding.
Jammergenoeg is door gezaghebbende theologen die in het voetspoor van Luther wilden gaan, het woord 'gerechtigheid' juridisch en forensisch2) uitgelegd.
In de Joodse literatuur, dikwijls in het Grieks opgesteld, uit de tijd na de profeten, hoort δικαιοσύνη τοῦ Θεοῦ, dikaiosune, altijd bij:
God die als Rechter optreedt, of
God die bevrijding bewerkt, –
beide ten dienste van een bidder die hoopt op God.
Vele lutherse en calvinistische uitleggers hebben in de brieven van Paulus en van diens leerlingen op basis van het woord δικαιοσύνη leerstellingen gelezen. Zij spraken van de 'rechtvaardiging door het geloof' en de 'toegerekende gerechtigheid.'
Voor deze terminologie is in dit Griekse begrip steun te vinden, want het kan in verschillende doch verwante schakeringen weergegeven worden.
Toch heb ik vragen en opmerkingen bij deze terminologie:
Heeft Paulus wel een rechtvaardingsleer willen ontwerpen? Want:
1. slechts twee brieven, de Galaten- en de Romeinenbrief, gebruiken nadrukkelijk en frequent het woord δικαιοσύνη .
2. deze brieven gebruiken dit woord met een totaal andere bedoeling dan de individuele heilsvraag van Luther: 'Hoe ben ik rechtvaardig voor God?'
3. Bij de traditionele vertaling van Genesis 15, 6 kan de vraag worden gesteld: was Abraham aanvankelijk onrechtvaardig? Was er sprake van een juridische verhouding en van een moreel falen?
4. In de Galaten- en Romeinenbrief gaat het om het heil van de volkeren tegen de achtergrond van Gods beloften aan Israël.
5. Het aanhalen van teksten als Genesis 15, 6 in Romeinen 1, 7 en Habakuk 2, 4 in Galaten 3, 11 is ter ondersteuning van de stelling dat niet wetsonderhouding maar geloof het middel tot levensheil van de wereldvolkeren is.
6. Ik vraag mij af of Paulus de bedoeling heeft gehad om een 'rechtvaardigingsleer' te bieden. Veeleer denk ik dat de aanhaling van Gen. 15, 6 apostolair is: ter bemoediging van de volkeren. Ook zij mogen delen in de belofte die Abraham gekregen heeft.
7. De exclusieve vertaling van δικαιοσύνη : gerechtigheid als juridisch of forensisch begrip, is ten onrechte in de tekstuitleg ingeslopen: sinds de Septuaginta, LXX, een Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel, die bij Joden en eerste christenen gebruikt werd.
In een uitgebreid werkstuk (klik hier), vooral voor hen die de originele bijbelteksten en diverse vertalingen willen raadplegen, heb ik een aantal bijbelteksten bij elkaar gebracht die laten zien hoe 'gerechtigheid' dikwijls in een verband van bevrijding staat.
U kunt de teksten aanklikken om er in het origineel en in verschillende vertalingen kennis van te nemen.
1) Over de gedachte dat 'God aan zijn eer moet komen'
heb ik een anecdotische passage opgenomen in één
van mijn preken (klik hier).
2) In theologische verband hebben de woorden 'forensisch' en 'juridisch'
specifieke betekenissen:
Forensisch:
In de theologie verwijst dit vaak naar forensische rechtvaardiging. Dit
concept, vooral prominent in de protestantse theologie, houdt in dat gelovigen
als rechtvaardig worden verklaard door hun geloof in Christus. Het idee
is dat de gerechtigheid van Christus aan de gelovigen wordt toegerekend,
alsof ze voor een rechtbank (het 'forensische' aspect) rechtvaardig worden
verklaard.
Juridisch:
Dit woord wordt in de theologie gebruikt om te verwijzen naar de rechterlijke
beslissingen van God, en naar de manier waarop God recht spreekt over
de mensheid: in termen van oordeel en genade. De onvoorwaardelijke verbondsliefde
van God voor zijn volk gaat naar de achtergrond, een juridische verhouding
tot God treedt op de voorgrond. Teksten over de verplichtingen (met consequenties)
die God de mensen oplegt worden juridisch uitgelegd.
WTT = Biblia Hebraica Stuttgartensia
W95 = Willibrord Vertaling ed. 1995
NBG = Vert. Nederlands Bijbelgenootschap 1951
LXX = Septuaginta
september 2024